3. Trek de plunjer uit en houd hem uitgetrokken om de twee helften van de klem uit elkaar te
trekken en hem om het hoofd van de patiënt te kunnen plaatsen.
4. Plaats de tuimelplaat met de 2 pennen zodanig dat de schedelpennen zich op gelijke afstand
van de middellijn van het hoofd bevinden. (zie Afbeelding 8).
5. Zet de schedelpennen stevig op hun plaats in de schedelomtrek. De schedelpennen moeten de
scalp op een hoek van 90 graden binnendringen, loodrecht op het hoofdoppervlak.
Juist
Afbeelding 8 Plaatsing van de schedelpennen in de tuimelplaat
Zorg ervoor dat de baan van de single-pin in de schedelklem het midden van het
hoofd van de patiënt en de tuimelplaat doorsnijdt, om de schedelklem juist op het
hoofd van de patiënt vast te kunnen maken.
Vermijd het voorhoofdsholte- en slaapbeengebied, de grote bloedvaten, zenuwen
en eerder gereconstrueerde of abnormaal dunne botten.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
Pagina 11
Onjuist