3 Gebruiksdoel
3.1 Gebruiksdoel
Het product mag uitsluitend worden gebruikt als onderdeel van pro
thesen voor de onderste ledematen.
3.2 Toepassingsgebied
VOORZICHTIG
Overbelasting van het product
Vallen door breuk van dragende delen
► Gebruik het product alleen voor het toepassingsgebied waarvoor
het is toegestaan.
Toegestaan toepassingsgebied (3R20, 3R36)
Aanbevolen mobiliteitsgraad: 1 + 2
Toegestaan lichaamsgewicht: ≤ 100 kg
MG 1: personen die zich alleen binnenshuis kunnen verplaat
De patiënt is (in potentie) in staat om zich met een prothese op een
vlakke ondergrond met geringe snelheid te verplaatsen of voort te
bewegen. De tijd dat de patiënt kan lopen, en de afstand die hij kan
afleggen, zijn door zijn toestand sterk beperkt.
MG 2: Personen die zich beperkt buitenshuis kunnen verplaat
De patiënt is (in potentie) in staat om zich met een prothese met
geringe snelheid voort te bewegen en daarbij lage hindernissen die
hij onderweg tegenkomt, zoals stoepranden, een enkele traptrede of
oneffenheden, te overwinnen. De tijd dat de patiënt kan lopen, en
de afstand die hij kan afleggen, zijn door zijn toestand sterk beperkt.
44
Prothese voor dage
lijks gebruik
sen
sen
3.3 Combinatiemogelijkheden
VOORZICHTIG
Niet-inachtneming van de voorschriften van de fabrikant voor
de combinatiemogelijkheden
Verwondingen, storingen in de werking of beschadiging van het
product door niet-toegestane combinatie van prothesecomponenten
► Controleer aan de hand van de gebruiksaanwijzingen van alle te
gebruiken prothesecomponenten of deze met elkaar mogen wor
den gecombineerd en of ze gezien het toepassingsgebied voor
de betreffende patiënt zijn toegestaan.
► Neem bij vragen contact op met de fabrikant.
INFORMATIE
Bij het vervaardigen van een prothese voor de onderste extremitei
ten moeten alle toegepaste prothesecomponenten voldoen aan de
eisen met betrekking tot het lichaamsgewicht en de activiteitsgraad
van de patiënt.
3.4 Omgevingscondities
VOORZICHTIG
Gebruik bij niet-toegestane omgevingscondities
Vallen door schade aan het product
► Stel het product niet bloot aan omgevingscondities die niet zijn
toegestaan (zie de tabel "Niet-toegestane omgevingscondities"
in dit hoofdstuk).
► Als het product heeft blootgestaan aan niet-toegestane omge
vingscondities, zorg er dan voor dat er adequate maatregelen
worden getroffen (bijv. reiniging, reparatie, vervanging, controle
door de fabrikant of bij een orthopedische werkplaats).
Toegestane omgevingscondities
Temperatuurgebied: -10 °C – +60 °C