NEDERLANDS
Inleiding
Een lashelm is een hoofddeksel dat wordt gebruikt om de ogen, het gezicht en de hals bij
bepaalde laswerkzaamheden te beschermen tegen risico's zoals verbranding, ultraviolet
licht, vonken, infrarood licht en hitte. De helm bestaat uit verscheidene onderdelen (zie
lijst met reserveonderdelen). Een automatisch lasfilter is een combinatie van een passief
UV-filter, een passief IR-filter en een actief filter, met een lichttransmissie die varieert binnen
het zichtbare gebied van het spectrum, afhankelijk van de stralingssterkte van de lasboog.
De lichttransmissie van het automatische lasfilter heeft aanvankelijk een hoge waarde
(lichttoestand). Na ontsteken van de lasboog en binnen een bepaalde omschakeltijd gaat
de lichttransmissie van het filter naar een lage waarde (donkertoestand). Afhankelijk van het
model kan de helm worden gecombineerd met een veiligheidshelm en/of een PAPR-systeem
(Powered Air Purifying Respirator, luchtzuiverend ademhalingstoestel).
Veiligheidsinstructies
Lees de gebruiksaanwijzing voordat u de helm in gebruik neemt. Controleer de correcte
montage van de voorzetruit. Als storingen niet verholpen kunnen worden, dan mag de
verduisteringscassette niet meer gebruikt worden.
Voorzorgsmaatregelen & beschermingsbeperkingen / Risico's
Tijdens het lassen komen warmte en straling vrij, die tot oog- en huidletsel kunnen
leiden. Dit product biedt bescherming voor de ogen en het gezicht. Uw ogen zijn tijdens
het dragen van de helm, ongeacht de gekozen beschermingsinstelling, altijd beschermd
tegen ultraviolette en infrarode straling. Om de rest van het lichaam te beschermen moet
de daarvoor bestemde kleding gedragen worden. Deeltjes en stoffen, die door het lassen
vrijkomen, kunnen onder bepaalde omstandigheden bij daarvoor gevoelige personen
allergische huidreacties veroorzaken. Materialen die in contact komen met de huid kunnen
een allergische reactie verzoorzaken bij overgevoelige. De lasbeschermhelm mag alleen
bij het lassen en slijpen en niet voor andere toepassingen gebruikt worden. De producent
aanvaardt geen aansprakelijkheid indien de lashelm wordt gebruikt voor andere doeleinden
dan het gespecificeerde of indien de gebruiksinstructies niet worden nageleefd. De helm is
geschikt voor alle gangbare laswerkzaamheden, uitgezonderd gas- en laserlassen. Houd u
aan de aanbevolen bescherming instellingen volgens EN 169 op pagina 10.De helm vormt
geen vervanging voor een veiligheidshelm. Afhankelijk van het model kan de helm worden
gecombineerd met een veiligheidshelm.
De helm kan op grond van de constructie het gezichtsveld beperken (geen zicht naar de
zijkanten zonder het hoofd te draaien) en kan de kleurwaarneming beïnvloeden vanwege de
lichttransmissie van het automatische lasfilter. Hierdoor kunnen eventueel signaallampjes
of waarschuwingslichten over het hoofd worden gezien. Daarnaast is er een risico op stoten
vanwege de grotere omvang (hoofd met helm erop). De helm reduceert tevens de waarneming
van geluid en hitte.
Slaapmodus
De verduisteringscassette heeft een automatische uitschakelfunctie, die de levensduur van
de batterij verlengt. Als er gedurende 10 minuten minder dan 1 lux licht op de cartridge valt,
zal hij automatisch uitgeschakeld worden. Om de cassette opnieuw in te schakelen moeten
de zonnecellen kort in het daglicht gehouden worden. Wanneer de verduisteringscassette
niet meer geactiveerd kan worden, of bij het ontsteken van de lasboog niet meer verduistert,
dan moeten de batterijen vervangen worden.
Garantie & aansprakelijkheid
De garantiebepalingen kunt u vinden in de algemene leverings- en betalingsvoorwaarden
van de nationale Fronius-verkoopafdeling. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw
geautoriseerde vakhandelaar. Garantie geldt alleen voor materiaalmankementen. In het
geval van schade op basis van ondeskundig gebruik komen de garantie en aansprakelijkheid
te vervallen. De garantie en aansprakelijkheid vervallen eveneens wanneer er geen originele
reserveonderdelen worden gebruikt. Slijtagedelen zijn uitgesloten van garantie.
Verwachte levensduur
Voor de lashelm geldt geen vervaldatum. Het product kan worden gebruikt zolang er geen
zichtbare of onzichtbare beschadigingen of functionele storingen optreden.
Gebruik (Quick Start Guide)
1. Hoofdband. Pas de bovenste verstelbare band (p. 4) aan de grootte van uw hoofd aan.
Ratelknop (p. 4) indrukken en draaien tot de hoofdband goed maar zonder druk aanligt.
2. Oogafstand en helmhelling. Door het loszetten van de van de blokkeerknoppen (p. 4-5)
wordt de afstand tussen de cassette en de ogen ingesteld. Beide zijden tegelijk instellen
en niet scheef zetten. Vervolgens de blokkeerknoppen weer vastzetten. De helmhelling
kan met de draaiknop (p. 5) aangepast worden.
4. Beschermingsfactor. De donkerheidsgradatie kan worden veranderd door de knop van
donkerheidsgradatie SL 8 - SL 12 te draaien conform norm ΕΝ 379,
5. Slijpmodus. Door indrukken van de beschermingsfactorknop (p. 6) wordt de
verduisteringscassette in de slijpmodus omgezet. In deze modus is de cassette
uitgeschakeld en blijft deze in de lichte stand. De ingeschakelde slijpmodus is herkenbaar
aan de rood knipperende LED (p. 6) aan de binnenkant van de helm. Voor het uitschakelen
van de slijpmodus opnieuw de beschermingsfactorknop indrukken. Na 10 minuten wordt
de slijpmodus automatisch teruggezet.
6. Gevoeligheid. Met de gevoeligheidsknop wordt de lichtgevoeligheid aangepast volgens
de lasboog en het omgevingslicht. De middelste positie komt overeen met de aanbevolen
gevoeligheid in een standaard situatie. In de "Super High" –stand kan de maximale
lichtgevoeligheid worden bereikt.
7. Sensorschuif. De sensorschuif kan op twee verschillende posities gezet worden.
Naargelang de positie wordt de herkenningshoek van het omgevingslicht verminderd
of vergroot, d.w.z. de cassette reageert sterker of minder sterk op lichtbronnen in de
omgeving.
8. Openingsschakelaar. Met de openingsschakelaar (Delay) kan een openingsvertraging
van donker naar licht worden geselecteerd. Met de knop is een traploze verstelling van
donker naar licht van 0,05 tot 1,0 sec. mogelijk.
Reiniging en desinfectie
De verduisteringscassette en de voorzetruit moeten regelmatig met een zachte doek
schoongemaakt worden. Er mogen geen reinigingsmiddelen, oplosmiddelen, alcohol of
schurende schoonmaakmiddelen gebruikt worden. Vervang gekraste of beschadigde lenzen.
Opbergen
De lashelm moet op een droge plaats bij kamertemperatuur worden opgeborgen. Opslag in
de originele verpakking zal de levensduur van de batterijen ten goede komen.
Voorzetruit vervangen (p. 8-9)
Door het indrukken van een klem aan de zijkant komt de voorzetruit vrij en kan deze verwijderd
worden. Nieuwe voorzetruit in een klem aan de zijkant inhangen. Voorzetruit in de tweede
klem aan de zijkant opspannen en vastklikken. Bij deze handeling is enige druk vereist, zodat
de afdichting op de voorzetruit de gewenste werking heeft.
Batterijen vervangen (p. 5)
De verduisteringscassette heeft verwisselbare lithium-knoopcelbatterijen type
CR2032. Wanneer u een lashelm met verseluchtaansluiting gebruikt, moet u voor het
verwisselen van de batterijen de gezichtsafdichting verwijderen. Wanneer de LED op
het patroon groen knippert zijn de batterijen aan vervanging toe.
1. Batterijdeksel zorgvuldig verwijderen
2. Batterijen verwijderen en in overeenstemming met de nationale voorschriften voor
chemisch afval behandelen
3. Batterijen type CR2032 zoals afgebeeld plaatsen
4. Batterijdeksel zorgvuldig monteren
Indien het tintpatroon niet verdonkert bij een lasboog, controleer dan of de polariteit
van de batterijtjes correct is. Om te controleren of ze nog voldoende energie leveren,
houd het patroon tegen een sterke lamp. Als de groen LED knippert, duidt dit op te
lage batterijen en moeten ze onmiddellijk worden vervangen. Indien het patroon niet
correct werkt ondanks nieuwe batterijen, werkt het patroon niet meer en moet het
eveneens worden vervangen.
Verduisteringscassette uit-/inbouwen (p. 8)
1. Beschermingsfactorknop uittrekken
2. Batterijdeksel zorgvuldig verwijderen
3. Cassettebevestigingsveer zoals afgebeeld losmaken
4. Cassette voorzichtig naar buiten kantelen
5. Satelliet zoals afgebeeld losmaken
6. Satelliet door uitsparing in de helm naar buiten trekken
7. Satelliet 90° draaien en door helmgat schuiven
8. Verwijder / vervang de schaduw cartridge
Het inbouwen van de verduisteringscassette gebeurt in omgekeerde volgorde.
Probleemoplossing
Verduisteringscassette wordt niet donkerder
→ Gevoeligheid aanpassen
→ Sensoren of voorzetruit schoonmaken → Slijpmodus uitschakelen
→ Lichtinval op sensor controleren
→ Batterijen vervangen
Beschermingsfactor te licht
→ Handmatige modus kiezen
→ Voorzetruit verwisselen
Beschermingsfactor te donker
→ Handmatige modus kiezen
op -1 of -2 vragen
Verduisteringscassette flakkert
→ Pas de positie van de uitstelknop aan aan de lasprocedure.
→ Batterijen vervangen
Slecht zicht
→ Voorzetruit of filter schoonmaken
laswerkzaamheden aanpassen
→ Omgevingslicht versterken
Lashelm verschuift
→ Hoofdband opnieuw aanpassen / vastzetten
Specificaties (technische wijzigingen voorbehouden)
Beschermingsfactor
UV/IR bescherming
Omschakeltijd van licht naar donker
Omschakeltijd van donker naar licht
Afmetingen verduisteringscassette
Afmetingen gezichtsveld
Voeding
Gewicht
Bedrijfstemperatuur
Opslagtemperatuur
Classificering volgens EN379
Goedkeuringen
Aanvullende markeringen voor PAPR-
versie (aangemelde instantie CE1024)
Reservedelen (p. 42)
-Helm zonder cassette (SP01)
-Verduisteringscassette incl. satelliet (SP02)
-Voorzetruit (SP03)
-Reparatieset 2 (SP04)
-Binnenste beschermruit (SP05)
Verklaring van overeenstemming
Zie internetadres op voorlaatste pagina.
Wettelijke informatie
Dit document voldoet aan de eisen van EU-verordening 2016/425 punt 1.4 van Bijlage II.
Aangemelde instantie
Zie voorlaatste pagina voor gedetailleerde informatie.
18
→ Sensorschuifpositie veranderen
→ Handmatige modus kiezen
→ In de automatische modus in op +1 of +2 vragen
→ In de automatische modus in
→ Beschermingsfactor aan
SL2.5 (lichte stand)
SL8 – SL12 (donkere stand)
Maximale bescherming in lichte en donkere stand
100 μs (23 °C / 73 °F) 70 μs (55 °C / 131 °F)
0,05 - 1.0s
90 x 110 x 7 mm / 3,55 x4,33 x 0,28"
50 x 100 mm / 1,97 x 3,94"
Zonnecellen, 2 stk. Li-batterijen 3 V verwisselbaar (CR2032)
482g/17.002oz, PAPR: 682g/24.057oz
-10°C – 55°C / 14°F – 131°F
-20°C – 80°C/-4°F – 176°F
Optische klasse = 1
Strooilicht = 1
Homogeniteit = 1
Kijkhoekafhankelijkheid = 2
CE, ANSI Z87.1, complies with CSA Z94.3
EN12941 (TH3 in combinatie met Air / 3, Air/3X, TH2
voor versies met veiligheidshelm en Air / 3, Air/3X).
-Reparatieset 1 (Potentiometerknop,
Gevoeligheidsknop, Batterijdeksel) (SP06)
-Hoofdband met bevestigingsarmaturen (SP07)
-Voorhoofdzweetband (SP08 / SP09)