Terminologie m.b.t. interval
Intervaltraining: U kunt intervaltraining gebruiken om het
intensiteisniveau binnen één training te variëren. Zodoende kunt u
uiteindelijk langer en harder trainen.
Interval: Intervallen koppelen uw training aan specifieke tijdsperioden.
U kunt bijvoorbeeld tien minuten hardlopen, twee minuten gewoon
lopen, twintig minuten hardlopen en dan vijf minuten gewoon lopen –
dit vertegenwoordigt vier trainingsintervallen.
Herhalingen: Het aantal keren dat u een intervalgroep wilt uitvoeren.
Als u in het bovenstaande voorbeeld ervoor kiest om de intervalgroep
driemaal uit te voeren, doorloopt u de serie van tien, twee, twintig en
vijf minuten driemaal achter elkaar. Dit vertegenwoordigt 3
herhalingen.
Intervallen in- of bijstellen
U kunt het horloge instellen om maximaal vijf intervallen, met het label INT
1 t/m INT 5, in te stellen en op te slaan.
1. Druk op MODE totdat de modus Interval verschijnt met de meest
recente intervalinstellingen.
2. Druk op STOP/RESET/SET totdat de woorden INT TIMER SET
(intervaltimer instellen) even op het display verschijnen, gevolgd door
SET en dan gevolgd door de huidige instelling voor interval 1 en INT
met een knipperende 1 boven aan het display.
476
3. Druk op START/SPLIT (+) of HEART RATE (-) om te kiezen welke van de
vijf intervalgroepen u wilt instellen.
4. Druk op MODE (VOLGENDE) om de tijd voor het gekozen interval te
gaan instellen. De huidige intervaltijd verschijnt op het display terwijl
de uurwaarde knippert.
5. Voer de gewenste bijstelling uit zoals aangegeven in de tabel op de
volgende pagina.
6. Druk op MODE (VOLGENDE) om naar de volgende instellingsoptie te
gaan.
7. Druk op STOP/RESET/SET (VOLTOOID) om de veranderingen op te slaan
en het instellingsproces af te sluiten.
U kunt de in de tabel hieronder beschreven intervalafstellingen uitvoeren.
477