oo/
t
02948
/yC'_
De maaiunit
nivelleren
Zorg ervoor dat de banden tot de PSI-waarde
die op de
banden zelf staat aangegeven
zijn opgepompt.
Ats de
banden te hard of te zacht zijn, kan dat het uitertijk van uw
grasveld befnvtoeden
zodat u denkt dat de maaiunit niet
goed is afgesteld.
beide kanten op het oog uitlijnen
1. Ats alle banden de juiste spanning
hebben, maar uw
veld toch niet getijk is gemaaid, kijkt u welke kant van de
maaier dieper maait.
2.
Draai met een verstelbare sleutet of een steutel van 3/4"
de afstelmoer
van de hefkoppeling
(A) naar links om
de maaier te verlagen, of naar rechts om de maaier te
verhogen (Fig. 1).
N.B.: ledere voile slag van de afstelmoer wijzigt de hoogte
van de maaier met ongeveer 3/16".
3. Test uw afstetting door wat ongemaaid
gras te maaien
en te kijken hoe het resultaat eruitziet. Stel de maaiunit
indien nodig verder af totdat u tevreden
bent met het
resuttaat.
PRECISIE-AFSTELLING
BAN BEIDE KANTEN BAN
DE MAAIUNIT
1.
Parkeer met alte banden op de juiste spanning de tractor
op een vlakke ondergrond of op een oprit.
_, OPGELET:
De messen zijn scherp. Bescherm uw han-
den met handschoenen
en/of wikket dikke doeken om de
messen.
2.
Breng de maaier omhoog tot de hoogste positie.
3.
Plaats aan beide zijden van de maaier het mes aan de
zijkant en meet de afstand (A) van de onderste rand van
het mes tot de grond. De afstand moet aan beide zijden
hetzelfde zijn (Fig. 2).
4.
Zie de stappen 2 van de instructies voor het op het oog
uittijnen als de messen afgesteld moeten worden
65
5. Controleer de metingen opnieuw, en stel de messen af
totdat beide zijden gelijk zijn.
AFSTELLING
BOOR-EN ACHTERZlJDE
BELANGRIJK:
Het oppervlak van de maaier moet overal
dezelfde hoogte hebben.
Voor de beste maairesuttaten moeten de maaimessen zodanig
worden afgestetd dat de voorkant 1/8" tot 1/2" Eageris dan de
achterkant wanneer de maaier in de hoogste stand staat.
OPGELET:
De messen zijn scherp. Bescherm uw han-
den met handschoenen
en/of wikkel dikke doeken om de
messen.
•
Breng de maaier omhoog tot de hoogste positie.
•
Plaats alle messen zo, dat de punt recht vooruit wijst. Meet
de afstand (B) tot de grond bij de voorste en achterste
punt van het mes (Fig. 3).
•
Ga naar de voorkant van de tractor als de voorste punt
van het mes niet 1/8" tot 1/2" lager is dan de achterste
punt.
•
Haal met een 11/16" of verstetbare steutet de btokkeer-
moer A verschitlende slagen los om afstelmoer B vrij te
maken.
•
Draai met een 3/4" of verstelbare
steutet de afstelmoer
van de voorste koppeting (B) in de richting van de ktok
(vast) om de voorkant van de maaier op te heffen of tegen
de richting van de ktok in (los) om de voorkant van de
maaier te laten zakken (Fig. 4).
N.B.: ledere voile slag van de afstetmoer wijzigt de hoogte
van de maaier met ongeveer 1/8".
•
Controleer
de metingen opnieuw en stel indien nodig
verder af totdat de voorste punt van het mes 1/8" tot 1/2"
lager is dan de achterste punt.
•
Houd de afstetmoer in positie met de steutet en draai de
blokkeermoer goed vast tegen de afstelmoer.