10. In bedrijf nemen
10.1 Installatie van elektroden en sensoren
10.1.1 Montage van elektroden
1. Schroef de doppen uit de te gebruiken houders (A, B).
2. Verwijder de beschermkappen van de elektroden.
Bewaar deze voor verwijdering van de elektroden.
3. Schroef de elektroden met de hand in de houders.
– Schroef de referentie-elektrode in locatie K.
– Schroef pH-elektrode in locatie A.
– Schroef redoxelektrode in locatie B.
Houd de installatie- en bedieningsinstructies van de
Voorzichtig
elektroden aan!
pH (A)
pH (A)
Redox (B)
Afb. 10 Houders voor elektroden
Redox (B)
K
J
10.1.2 Montage van temperatuursensor en watersensor
(optioneel)
1. Verwijder de afdekkap (L).
2. Plaats de temperatuursensor (C) in de meegeleverde afdek-
kap en zet deze vast met de geschroefde pakking.
3. Schroef de watersensor (D) in de meegeleverde afdekkap.
4. Plaats de afdekkap met sensor(en) in de meetcel.
5. Controleer of de markeringen op de afdekkap (L) en de cilin-
der (M) zijn uitgelijnd of corrigeer dit door middel van draaien,
zie
10.1.3 Controleren van de montagepositie van de afdek-
kap van de behuizing
.
C
D
Afb. 11 Sensorlocaties in afdekkap van meetcel
10.1.3 Controleren van de montagepositie van de afdekkap
van de behuizing
Teneinde een correcte montage van de afdekkap van de elektro-
desensor (L) in de cilinder (M) te waarborgen, zijn beide onderde-
len voorzien van markeringen:
•
De afdekkap (L) en de onderkant van de cilinder (M) zijn voor-
zien van markeringen (X1 en X2).
•
De cilinder bevat een verticale lijnmarkering (gegraveerde
groef X3).
1. Plaats de afdekkap op zodanige wijze in de cilinder dat de
markeringen zijn uitgelijnd.
L
M
Afb. 12 Montagepositie van de afdekkap van de behuizing
C (Pt 100)
D
X
1
X
3
X
2
107