3.2.7 Camberhoek van de achterwielen aanpassen
De camberhoek van de achterwielen kan aangepast worden in 4 posities (0°, 2°, 4°, 6°) door de
hoek van het bevestigingsblok ten opzichte van de wielbevestiging aan te passen:
1. Verwijder het achterwiel met het snelle ontgrendelingssysteem.
2. Verwijder beide bouten met moer (23) uit het bevestigingsblok
(24) voor het achterwiel.
3. Pas de hoek van het bevestigingsblok (12) aan ten opzichte van
de wielbevestiging (25). *
4. Maak het bevestigingsblok (24) weer stevig vast in de juiste hoek
door beide bouten met moer (23) weer aan te draaien in de
overeenkomstige gaten.
5. Plaats het achterwiel terug.
6. Herhaal voor het andere wiel. Zorg ervoor dat beide achterwielen
werden gemonteerd met dezelfde camberhoek.
*
Het bevestigingsblok voor het achterwiel is voorzien van vier paren bij
elkaar horende gaten. Kies het paar gaten dat overeenstemt met de
gewenste camberhoek, zoals te zien op de figuur.
3.2.8 Hoogte van de voetplaat
Trigo S (stappen van 10 mm)
1. Verwijder de M6-schroef uit de achterkant van de voetsteun
(26).
2. Schuif de voetplaat (27) omhoog/omlaag in de framebuis (28)
tot de gewenste hoogte. Zorg ervoor dat de gaten in de
binnen- en buitenbuis overlappen.
3. Draai de M6-schroef weer vast aan.
4. Herhaal voor de andere kant. Zorg ervoor dat beide
voetsteunen op dezelfde hoogte werden ingesteld, en dat ze
stevig werden vastgezet.
Trigo T (traploos)
1. Verwijder de M6-schroef uit de achterkant van de voetsteun (26).
2. Schuif de voetplaat (27) omhoog/omlaag in de framebuis (28) tot de gewenste hoogte.
3. Draai de M6-schroef (26) weer vast aan.
4. Herhaal voor de tweede voetsteun. Zorg ervoor dat beide voetsteunen op dezelfde hoogte
werden ingesteld, en dat ze stevig werden vastgezet.
9
Trigo S, Trigo T
2019-11
Montage en afstelling
23
28
27
3
26
EN
NL
PL
CS
24
25