5. Geheugenopslag
Aan het einde van een meting slaat dit apparaat automatisch elk
resultaat op.
Bekijken van de opgeslagen waarden
Druk eventjes op de M-button AT, wanneer het apparaat is uitge-
schakeld. De weergave toont eerst «M» AO en dan een waarde,
b.v. «M 17». Dit betekent dat er 17 waarden in het geheugen zijn.
Het apparaat schakelt dan naar het laatst opgeslagen resultaat.
Wederom op de M-knop drukken toont de vorige waarde. Door
nogmaals op de M-knop te drukken, kunt u door de meetresultaten
heen bladeren.
Geheugen vol
Let op dat de maximale geheugencapaciteit van 30 niet
wordt overschreden. Als het geheugen vol is, worden de
oude waarden automatisch overschreven door nieuwe.
Om gegevensverlies te voorkomen, moeten waarden
worden geëvalueerd door een arts voordat de maximale
geheugencapaciteit is bereikt.
Wis alle waarden
Als u zeker weet dat u alle waarden permanent wilt verwijderen,
dan houdt u de M-knop (het apparaat moet van te voren zijn uitge-
schakeld) ingedrukt totdat «CL» verschijnt en dan laat u de knop
los. Om het geheugen permanent te wissen, drukt u op de M-knop
terwijl «CL» knippert. Losse waarden kunnen niet worden gewist.
Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan
Zodra de meting is uitgevoerd en het resultaat wordt weergegeven
in het display houdt u de AAN/UIT knop 1 ingedrukt totdat de «M»
AO in het display knippert. Druk dan vervolgens op de M-knop AT,
dan wordt de meting verwijderd en niet opgeslagen in het geheugen.
6. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterij-
symbool AN knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is
(gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het
apparaat door zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen
weldra vervangen.
BP 3AG1
Batterijen leeg – vervanging
Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool AN knip-
peren zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weerge-
geven). U kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen.
1. Open het batterijvakje 5 aan de achterzijde van het apparaat.
2. Vervang de batterijen – controleer de juiste polariteit zoals
getoond door de symbolen in het compartiment.
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik a.u.b. 4 nieuwe, long-life 1.5V, grootte AA batterijen.
Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum
is verstreken.
Verwijder batterijen als het apparaat voor een langere tijd
niet gebruikt gaat worden.
Gebruik van oplaadbare batterijen
U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken.
Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen!
De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als
het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet
in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken
(volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik
van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat).
Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan
bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken!
De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloed-
drukmeter! Laad deze batterijen op in een externe oplader
en houdt u aan de informatie met betrekking tot het
opladen, onderhoud en duurzaamheid!
7. Gebruik van een netadapter
U kunt dit apparaat met de Microlife netadapter (DC 6V, 600 mA)
gebruiken.
Gebruik alleen de origineel beschikbare Microlife
netadapter als accessoire voor uw voedingsspanning t.b.v.
het gebruik via netstroom.
Controleer dat zowel de netadapter als de kabel niet
beschadigd zijn.
1. Steek de adapter kabel in de netadapteraansluiting 4 van de
bloeddrukmonitor.
2. Steek de netadapterstekker in de wandcontactdoos.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt er geen batterij-
stroom gebruikt.
NL
33