• Druk het handvat zachtjes naar beneden om te zagen.
Indien het handvat met geweld naar beneden wordt
gedrukt of zijwaartse druk erop wordt uitgeoefend, zal
het zaagblad trillen en een merkteken (zaagteken) in
het werkstuk achterlaten, en zal ook de zaagsnede
minder nauwkeurig zijn.
• Voor glijdend zagen duwt u de slede langzaam en zon-
der te stoppen naar de geleider. Als de slede tijdens
het zagen wordt gestopt, zal een merkteken in het
werkstuk achterblijven en zal de zaagsnede minder
nauwkeurig zijn.
1.
Drukkend zagen
(zagen van kleine werkstukken) (Fig. 41)
Werkstukken die maximaal 87 mm hoog en 183 mm
breed zijn kunt u als volgt zagen.
Nadat u de aanslaghendel rechtsom hebt gedraaid en de
slede in de gewenste stand hebt gedraaid, duwt u de
slede helemaal in de richting van de geleider en draait u
de borgschroef rechtsom vast, en trekt u de borghendel
naar u toe om de slede te vergrendelen. Zet het werkstuk
vast met de spanschroef. Schakel het gereedschap in
zonder dat het zaagblad met het werkstuk in contact is,
en wacht totdat het zaagblad op volle toeren draait.
Breng dan het handvat langzaam omlaag naar de laag-
ste positie om het werkstuk te zagen. Nadat het zagen is
beëindigd, schakelt u de machine uit. WACHT TOTDAT
HET ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT STILSTAND IS
GEKOMEN alvorens het zaagblad in zijn hoogste positie
terug te zetten.
LET OP:
• Draai de borgschroef stevig rechtsom vast en trek de
borghendel stevig naar u toe zodat de slede niet
beweegt tijdens het zagen. Als de knop niet goed vast-
gedraaid is, kan het zaagblad onverwachts worden
teruggeslagen, wat ernstige PERSOONLIJKE VER-
WONDING kan veroorzaken.
2.
Glijdend (duwend) zagen (zagen van brede werk-
stukken) (Fig. 42 en 43)
Draai de borgschroef linksom en duw de borghendel
naar voren zodat de slede weer vrij kan bewegen. Zet het
werkstuk vast met de spanschroef.
Trek de slede volledig naar u toe. Schakel het gereed-
schap in zonder dat het zaagblad met het werkstuk in
contact is, en wacht totdat het zaagblad op volle toeren
draait. Druk het handvat omlaag en DUW DE SLEDE
NAAR DE GELEIDER OM HET WERKSTUK TE
ZAGEN. Nadat het zagen is voltooid, schakelt u het
gereedschap uit. WACHT TOTDAT HET ZAAGBLAD
VOLLEDIG TOT STILSTAND IS GEKOMEN alvorens het
zaagblad in zijn hoogste positie terug te zetten.
LET OP:
• Voor glijdend zagen DIENT U EERST DE SLEDE ZO
VER MOGELIJK NAAR U TOE TE TREKKEN. Druk
dan het handvat tot in de laagste positie omlaag en
DUW DE SLEDE NAAR DE GELEIDER. BEGIN
NOOIT MET ZAGEN VOORDAT DE SLEDE VOLLE-
DIG NAAR U TOE IS GETROKKEN. Indien u begint te
zagen wanneer de slede niet volledig naar u toe is
getrokken of zaagt naar uw richting toe, kan het zaag-
blad onverwachts worden teruggeslagen, wat ernstige
PERSOONLIJKE VERWONDING kan veroorzaken.
• Glijdend zagen mag nooit worden uitgevoerd terwijl het
handvat in de laagste positie is vergrendeld door het
indrukken van de aanslagpen.
72
• Draai de vastzetknop van de slede nooit los terwijl het
zaagblad nog draait. Dit kan ernstige verwonding ver-
oorzaken.
3.
Verstekzagen
Zie de paragraaf "Instellen van de verstekhoek" hierbo-
ven.
4.
Schuine sneden zagen (Fig. 44)
Draai de hendel los en zet het zaagblad schuin om de
schuine hoek in te stellen. (Zie "Instellen van de schuine
hoek" hierboven.) Draai de hendel weer goed vast om de
gekozen schuine hoek vast te houden. Zet het werkstuk
vast met een spanschroef. Zorg dat de slede volledig
naar de gebruiker toe is getrokken. Schakel het gereed-
schap in zonder dat het zaagblad met het werkstuk in
contact is, en wacht totdat het zaagblad op volle toeren
draait. Breng het handvat langzaam omlaag tot in de
laagste positie door druk uit te oefenen evenwijdig met
het zaagblad, en DUW DE SLEDE NAAR DE GELEIDER
OM HET WERKSTUK TE ZAGEN. Nadat het zagen is
voltooid, schakelt u het gereedschap uit. WACHT TOT-
DAT HET ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT STILSTAND IS
GEKOMEN alvorens het zaagblad in zijn hoogste positie
terug te zetten.
LET OP:
• Controleer tijdens het zagen van schuine sneden altijd
of het zaagblad in schuine richting naar beneden
beweegt. Houd uw handen uit de buurt van het zaag-
blad.
• Tijdens het zagen van schuine sneden kan het gebeu-
ren dat het afgezaagde stuk tegen de zijkant van het
zaagblad komt te liggen. Indien het zaagblad omhoog
wordt gebracht terwijl het nog draait, kan dit stuk door
het draaiende zaagblad worden gegrepen zodat brok-
stukken in het rond worden geslingerd, hetgeen natuur-
lijk gevaarlijk is. Breng daarom het zaagblad omhoog
ALLEEN nadat het volledig tot stilstand is gekomen.
• Wanneer u het handvat omlaag drukt, dient u druk uit
te oefenen evenwijdig met het zaagblad. Indien u verti-
cale druk op het draaibaar voetstuk uitoefent of de
drukrichting tijdens het zagen verandert, zal de
zaagsnede minder nauwkeurig zijn.
• Voordat u verticaal verstek kunt zagen is het noodzake-
lijk de bovenste en onderste geleiders in te stellen.
Raadpleeg de tekst onder het kopje "Geleiders instel-
len".
5.
Gecombineerd zagen
Gecombineerd zagen betekent dat het werkstuk tegelijk
met een schuine hoek en een verstekhoek wordt
gezaagd. Gecombineerd zagen is mogelijk voor de hoe-
ken aangegeven in de onderstaande tabel.
Verstekhoek
Links en Rechts 0 – 45°
Als u gecombineerd zagen wilt uitvoeren, raadpleegt u
de beschrijvingen onder "Drukkend zagen", "Glijdend
zagen", "Verstekzagen" en "Schuine sneden zagen".
Schuine hoek
Links en rechts 0° – 45°