3.3. Netaansluiting
De aansluiting op het netwerk moet worden uitgevoerd vanaf het meest
stroomafwaarts gelegen punt van de teller van uw distributiebedrijf.
PE
N
L
GRID
Illustratie 3.4. Aansluiting van het netwerk op de verdeelkast.
Elektrische voeding
Eenfasig
Tabel 2.2. Dimensionering van de kabels en de externe schakelaar van de aansluiting van netwerk en EPS.
De installatie van de CT-stroomsensor inbegrepen in het e-system is onmisbaar om het
opgenomen vermogen van de aangesloten belastingen te bepalen.
Stappen voor de aansluiting:
1. Plaats de stroomsensor rond de kabel van fase L van het algemene paneel om de
stroom te meten die wordt geïnjecteerd of verbruikt vanuit het netwerk.
2. Zorg dat de stroomsensor in de correcte richting geïnstalleerd is: de pijl van de
sensor moet wijzen naar het openbare netwerk.
CT
Kabeldoorsnede
6 mm2
190
Installatie-handleiding ecoSMART e-system
Maximale stroom
25 A