5.13. Menu OVERSCHOT CONTROLE
taatu mu
3/6
3/6
Svc
b.Sytm
a.Ovchot coto
c.Svc
b.buk coto
.Hamatg Tt
c.Taf coto
a/ut coto
ctvg
ctvgtj
Dactvg
Utchaktj
Ovchot tg
0.5kW
25
Wam wat
wamg
Kog
Zwmba
Ovchotgg
Baa
55.0C
7.0C
55.0C
1/4
Aan/Uit controle
0.5kW
25
Met dit scherm kunnen de limieten worden ingesteld voor de
-1.5kW
inschakeling en uitschakeling van de regeling wegens overschot van de
25
warmtepomp. Het is nodig een injectielimiet voor vermogen te
configureren en een tijd voor de activering en ook een verbruikslimiet
en een tijd voor de uitschakeling van de regeling.
Overschot instellingen
StT
Dit zijn de maximale referentiewaarden die de warmtepomp tracht te
65.0C
55.0C
bereiken in elke actieve service bij overschot. Hoe hoger de
7.0C
55.0C
referentiewaarde bij overschot in de service, hoe meer thermische
energie kan worden opgeslagen.
Overschotregeling
De standaard geconfigureerde balans voor de overschotregeling
0.0kW
bedraagt nul. Dit betekent dat wanneer onze e-manager een overschot
regelt, hij altijd tracht een nulwaarde voor balans met het netwerk te
bereiken (verbruik en injectie nul). Omdat de elektrische productie en
het verbruik van de warmtepomp variëren in de tijd, kunnen er zich
kleine schommelingen voordoen op deze waarde. Het is mogelijk de
waarde van de balans te wijzigen waarvoor we het verbruik van de
warmtepomp wensen te moduleren.
* De positieve vermogenswaarden verwijzen naar positieve energiestromen naar het
netwerk (injectie). De negatieve vermogenswaarden verwijzen naar negatieve stromen
vanaf het netwerk (verbruik).
213
Installatie-handleiding ecoSMART e-system