EN DE ES IT FR PT
Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
Gebruik geen macht wanneer u het batterijpack
installeert. Hij moet op zijn plaats schuiven en klikken.
WAARSCHUWING
Volg deze aanwijzingen om letsels te en het risico op
elektrische schok en brand te vermijden:
• Vervang onmiddellijk het batterijpack of de lader als de
batterijbehuizing of het laadsnoer is beschadigd.
• Controleer of de knop zich in de OFF-positie voor u het
batterijpack installeert of verwijdert.
• Controleer of het batterijpack wordt verwijderd en de
schakelaar zich in de OFF-positie bevindt voor u enig
onderdeel van de blaasmachine inspecteert, afstelt of
onderhoudswerken op een onderdeel van de blazer.
• Lees, begrijp en volg de instructies die in het deel
Charging Procedure wordt beschreven.
BATTERIJPACK VERWIJDEREN
Druk met vaste hand op de batterijontgrendelknop op
de knop
Neem de rugzak stevig vast. Trek het batterijpack uit
het handvat.
WAARSCHUWING
Het batterijpack past net in de rugzak om ongewild
loskomen te voorkomen. Er kan een sterke ruk nodig zijn
om het te verwijderen.
WAARSCHUWING
Let er bij het plaatsen van de accu in de bladblazer op
dat de uitstekende randen op het accupak precies in de
groeven binnen in het apparaat terechtkomen en dat
de vergrendellippen goed in werking treden. Als u
de accu verkeerd in de houder zet, kunt u inwendige
onderdelen beschadigen.
HARNAS AFSTELLEN Zie afbeelding 6.
Een goed afgestelde rugzakblaasmachine en harnas
maken het werk makkelijker. Stel het harnas zo af dat het
u de beste arbeidsbeenstand biedt. Stel de zijdelingse
riemen af zodat het gewicht evenredig over de schouders
is verdeeld.
a. Als een blaasmachine correct op uw rug is geplaatst,
trekt u beide riemen naar beneden om het harnas aan
te spannen.
b. Verbind de horizontale borstriem en trek aan het einde
van de riem om aan te spannen.
c. Hef de tabs van de regelaar op om de riemen losser
te maken.
d. Sluit en vergrendel de snelle ontgrendelbinder door
deze samen te drukken.
e. Druk op de haken om de snelle ontgrendelbinder te
openen.
NL
RU FI SV NO DA PL CS SK SL HR HU RO BG EL AR TR HE LT LV ET
English (original instructions)
SCHOUDERRIEM DRAGEN Zie afbeelding 7.
Stel de harnasriemen (1) in de juiste lengte af.
Stel de borstriem (2) op de juiste lengte in en bind
samen.
HARNAS VERWIJDEREN
Open de snelle ontgrendelbinder op de riem.
Maak het harnasriemen los door de verschuifbare
verstellers op te heffen en dan de blaasmachine te
verwijderen.
WAARSCHUWING
De blaasmachine (rugzakmodel) moet snel worden
verwijderen in geval van gevaar. De borstriem moet
worden ontgrendeld voor u de reserveblaasmachine op
de grond neerzet.
BEDIENING
WAARSCHUWING
Laat uw waakzaamheid niet verslappen als u eenmaal
vertrouwd bent geraakt met het apparaat. Vergeet niet
dat één seconde onoplettendheid voldoende is om
ernstig letsel te veroorzaken.
WAARSCHUWING
Draag altijd gezichtsbescherming met zijdelingse besch-
erming in overeenstemming met ANSI Z87.1 in ombinatie
met gehoorbescherming. Wanneer u dit niet doet kan het
gebeuren dat er rondvliegende voorwerpen in de ogen
terechtkomen of dat er andere mogelijkse letsels worden
veroorzaakt.
WAARSCHUWING
Gebruik geen voorzetstukken of accessoires die niet
door de fabrikant van dit product worden aangeraden.
Het gebruik van niet-aangewezen voorzetstukken of
accessoires kan leiden tot ernstige verwondingen.Voor
elk gebruik controleert u het hele product op beschad-
igde, ontbrekende of losse onderdelen, zoals schroeven,
moeren, bouten, doppen, etc. Maak alle verbinders en
doppen vast en gebruik dit product niet tot alle ontbrek-
ende of beschadigde onderdelen zijn vervangen.
BLAZER/MULCHER VASTHOUDEN Zie afbeelding 8.
De bediener draagt correcte kledij, zoals laarzen,
veiligheidsbril of gezichtsbescherming, hoorbescherming,
handschoenen, lange broek en lange mouwen.
Deze blaasmachine (rugzakmodel) is ontworpen om met
één hand te worden bediend.
De gebruiker kan de machine dragen door ze met de
linker- of rechterhand aan de controlehendel vast te
houden.
Ga altijd langzaam terwijl u werkt.
Controleer altijd het uitlaatgebied van het blaasmondstuk.
28