Hoofd-Display Met Enkele Sensor; Tare-Functie; Functie Voor Piekbelasting - Tractel dynafor HHD Manual De Instalación, De Utilización Y De Mantenimiento

§5.5.2
Raadpleeg hoofdstuk 5.5.11.1 om terug te keren naar
dit scherm om extra verbindingen te maken.

5.5.2. Hoofd-display met enkele sensor

B C
NL
N
J K L
A Meting
B Logo van Tractel
C Meeteenheid
D Meetfilter (zie 5.5.8.2)
E
Activeringsfilter drempel (zie 5.5.8.2)
F
Ingebouwde buzzer (zie 5.5.12)
G Batterij-indicator van product
H Status van de verbinding met de sensor
I Tijd
J Sensorlogo (gedifferentieerd volgens de dynafor™
Pro-, Expert- en Transmitter WL-modellen)
K Indicator van sensorbatterijen
L Identificatie van sensor (bestemming + laatste negen
cijfers van serienummer)
M
Sensorcapaciteit in t
N Waarden van ingestelde drempels (zie 5.5.12)
In het geval van meerdere sensoren kunt u van pagina
veranderen door op de knop links of rechts te drukken.
(Zie figuur 1.) De markeringen H, J, K, L, M en N worden
bijgewerkt met de nieuwe sensorinformatie.

5.5.3. TARE-functie

De TARE-functie wordt gebruikt om de nettokracht van
de last aan te geven.
De TARE-functie zet de waarde die door het product
wordt weergegeven terug op nul. Deze functie wordt
geactiveerd door de TARE-knop (item C, fig. 1) twee
seconden ingedrukt te houden.
60
§5.5.3
E D F G H
Het is vervolgens mogelijk om een kracht toe te passen
en de nettowaarde ervan weer te geven.
Als u op de TARE-knop drukt, schakelt u van de
nettowaarde naar de brutowaarde.
I
A
M
A TARE-indicator
B Nettometing als TARE-referentie aanwezig is
Brutometing als TARE-referentie aanwezig is
C Weergavebalk daadwerkelijke lading
De weergavebalk
daadwerkelijke brutowaarde. Indicator A geeft aan dat
de TARE-modus is geactiveerd.
Als de SWL van de sensor wordt overschreden (100%)
wordt de weergavebalk rood.
Als de SWL wordt overschreden met meer dan 10%
verschijnt er een overbelastingsbericht (zie 5.5.13).
NB: Wanneer de TARE-functie is geactiveerd,
kan het verminderen van de kracht ertoe leiden dat het
display negatief wordt.
NB: In het geval van meerdere sensoren kunt u
van pagina veranderen door op de knop links of rechts
te drukken. Het is mogelijk om één TARE per sensor
toe te passen.
NB: De functie voor piekbelasting is niet
beschikbaar als de TARE-functie is geactiveerd.

5.5.4. Functie voor piekbelasting

De functie voor piekbelasting wordt gebruikt om de
maximale waarde op te slaan die wordt bereikt wanneer
de kracht wordt uitgeoefend.
Om deze functie te activeren drukt u op de knop
piekbelasting (item D, fig. 1). Het LED-lampje van de
sensoren begint te knipperen met een frequentie van 2
Hz. De meetfrequentie bereikt 32 Hz.
C verandert volgens
A
B
C
de