1.4.7 Transportbeveiliging
Bij het rijden op de openbare weg (transportritten) moet de
frontbezem worden beveiligd.
Bout
1
Veerstekker
2
1. Slede van de frontbezem helemaal naar links verplaat-
sen.
2. Frontbezem in deze stand met een bout en veerstekker
beveiligen.
1.4.8 Onderhoud
LET OP
Functiestoring resp. beschadigingsgevaar
De geleidingen van de sleden niet invetten, oliën of sme-
ren.
1 De beschikbare smeerpunten (smeernippels) zijn ge-
kenmerkt.
Dagelijks met gebruikelijk, universeel vet smeren.
2 Frontbezem en veegbezem op ingewikkelde snoeren
en banden controleren, indien nodig verwijderen.
3 Hydraulische aansluitingen schoon houden en wekelijks
op lekkage controleren.
4 Frontbezem en veegbezem op slijtage en beschadiging
controleren, indien nodig vervangen.
1.4.9 Veegspoor instellen
1. Het veegspoor zoals op de afbeelding weergegeven in-
stellen.
Links: 9:00 - 14:00
Rechts: 10:00 - 15:00
68
Zijdelingse helling instellen
Schroef 1
1
Schroef 2
2
2. Schroeven losdraaien.
3. Zijdelingse helling via het draaipunt van schroef 1 instel-
len.
4. Schroeven aandraaien.
Kophelling naar voren instellen
Contramoer
1
Zeskant
2
5. Contramoer losdraaien.
6. Kophelling via de zeskant instellen.
7. Contramoer aantrekken.
Bezemaanpersdruk instellen
8. Het bezemsysteem heeft een hydraulische bezem-aan-
persdrukverstelling.
1.4.10Opslag
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel en beschadiging
Neem het gewicht van het apparaat in acht.
LET OP
Beschadigingsgevaar
Bewaar de aanbouwset op een beschermde, effen en dro-
ge plaats. De veegbezems moeten onbelast zijn.
1. Van het voertuig losgemaakt veegsysteem op de pallet
bewaren, eerst de veegbezem verwijderen.
2. De montage aan het voertuig moeten de veegbezems
onbelast zijn.
Nederlands