6.2 Eerste inwerkingstelling
6.2.1
Controles vooraf
Om te kunnen werken moet externe toestemming van de eenheid gesloten zijn.
Raadpleeg het elektrische schema dat bij de eenheid geleverd is voor de aansluiting van de externe toestemming.
Als deze aansluiting wegens installatievereisten niet nodig is, moet de externe toestemming worden kortgesloten.
In het klemmenblok is hiervoor een stuk draad voorzien.
De draad is al in klem "2" gestoken; Om de brug te maken, steekt u deze in klem "1".
6.2.2
Functionele controles
Als de eenheid gestart is, zal de hoofdventilatie na enkele seconden ook van start gaan.
Het starten van de compressoren hangt af van het verzoek van de warmteregeling en van de eventuele activering
van de luchtverversing bij het starten van de "wasfunctie".
Als de "spoelfunctie" is ingeschakeld, kan deze met geweld worden onderbroken.
Wanneer dit symbool bovenin het hoofdmasker wordt weergegeven, is het wassen aan de gang.
Druk op het wassymbool om toegang te krijgen tot het scherm voor het stoppen van het wasproces.
Controleer of de absorptie van de motoren van de hoofdventilatie binnen de nominale waarde ligt. Hogere waarden
duiden op een overmatig debiet van de lucht dat, indien het aanhoudt, de inwerkingtreding van de elektrische
beveiligingen van de motoren tot gevolg kan hebben.
Controleer of de waarden die door de sensoren van de controle gemeten worden (temperaturen, drukken)
overeenkomen met de reële waarden.
De eenheid beoogt de automatische regeling van het luchtdebiet van de hoofdventilatie, controleer dan op de
gebruikersinterface van de controle of de ingestelde waarde van het debiet bereikt is. Lagere debietwaarden duiden
op overmatige drukvalverliezen in het aeraulische circuit.
Controleer na enkele uren werking van de compressoren of het controlevenster van de vloeistof een groene kroon
heeft;een gele kleur geeft de aanwezigheid van vocht in het circuit aan. In dat geval moet het circuit ontvochtigd
worden door gekwalificeerd en geautoriseerd personeel.
Controleer of er geen luchtbellen bij het controlevenster van de vloeistof verschijnen. De continue doorgang van
luchtbellen kan op te weinig koelmiddel duiden en de noodzaak dit bij te vullen. De aanwezigheid van enkele
luchtbellen is hoe dan ook toegestaan.
Het is verplicht een (niet bijgeleverd) register van de eenheid bij te houden waarin de werkzaamheden die op de
eenheid uitgevoerd zijn genoteerd worden. Op deze wijze zal het eenvoudiger zijn de werkzaamheden op passende
wijze te organiseren en de controles en de preventie van defecten te vergemakkelijken.
Noteer in het register het type koelmiddel, de datum en het type ingreep dat uitgevoerd is (gewoon onderhoud
of reparatie), de beschrijving van de ingreep met de eventueel vervangen onderdelen, uitgevoerde metingen, de
operator die de ingreep verricht heeft en diens kwalificatie.
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
204
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UATYA
4P645202-1