6.6 Tijdelijke stilstand
Met tijdelijk wordt een stilstand van de eenheid van enkele dagen bedoeld.
De stilstand van de eenheid moet plaatsvinden met gebruik van het controledisplay, de externe toestemming, of
serieel, indien beoogd.
Tijdens de tijdelijke stilstand moet de eenheid correct elektrisch gevoed worden.
Door de tijdelijke stilstand op deze wijze uit te voeren, wordt voor het opnieuw starten van de eenheid geen enkele
ingreep vereist, naast het op "ON" zetten van de controle.
6.7 Langdurige stilstand
De stilstand wordt als langdurig beschouwd als voorzien wordt de eenheid maandenlang niet te gebruiken.
Mocht de langdurige stilstand van de eenheid beoogd worden, dan is het volgende nodig:
- schakel de eenheid uit via de controle;
- neem de spanning weg via de schakelaar/hoofdscheidingsschakelaar van de eenheid;
- ontlaad de hydraulische installatie (als deze niet met glycolwater werkt);
- leeg en reinig het condensopvangbakje;
- leeg de cilinder van de aanwezige bevochtiger;
- controleer of eventuele retour- en uitstotingsluchtschuifkleppen volledig gesloten zijn;
Dit geval is in feite toe te schrijven aan de opslagtoestand; verwijs daarom naar de relevante limieten.
Herhaal bij de volgende herstart de startprocedure.
Vervang bij de nieuwe opstartprocedure de cartridge van het lekdetectiesysteem.
Alle werkzaamheden die voor onderhoudsdoeleinden aan het apparaat moeten worden uitgevoerd,
moeten worden uitgevoerd door geautoriseerd en gekwalificeerd personeel in overeenstemming met
bijlage HH van IEC 60335-2-40:2018, lokale voorschriften en, binnen Europa, EN378-4 en EN13313.
Voordat u werkzaamheden aan de eenheid uitvoert, dient u zich ervan te vergewissen dat er geen
potentieel ontvlambare atmosfeer aanwezig is en dat er geen ontvlammingsbronnen zijn;
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
208
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UATYA
4P645202-1