AFSTANDSMETING
Om de afstand tot een object te meten, moet het
nauwkeurig worden gepeild. Ga daartoe als volgt te
werk:
1. Druk op de hoofd-/ontspanknop
meter schakelt in.
• Het richtpunt verschijnt.
Na het loslaten van de hoofd-/ontspanknop is het
richtpunt nog gedurende circa 6 seconden verlicht.
Bij ingedrukt gehouden knop brandt het richtpunt
permanent.
2. Peil het object, terwijl het richtpunt brandt.
3. Druk nogmaals op de hoofd-/ontspanknop.
a. Tijdens de meting dooft het richtpunt kort-
b. De meetwaarde wordt weergegeven.
Zolang het richtpunt nog brandt, kan door het nog-
9 8
maals indrukken van de hoofd-/ontspanknop altijd
een nieuwe meting worden gestart.
- - -
– de afstand tot het object minder dan 10 meter /
yards bedraagt, of
– de reikwijdte wordt overschreden, of
. De afstands-
1
– het object onvoldoende refl ecteert.
Zodra de weergave verdwijnt, wordt de afstands-
meter automatisch uitgeschakeld.
stondig.
verschijnt, als
NL
105