Laerdal Nursing Anne Manual Del Usario página 39

• De batterij niet opzettelijk kapot maken, uit
elkaar halen of proberen te repareren.
• Gebruik de batterij niet als deze zichtbaar
beschadigd is, slecht werkt of elektrolyt lijkt
te lekken.
• Vermijd ieder direct contact met elektrolyt, hete
of rokende onderdelen. In alle bovengenoemde
gevallen moet de batterij, zodra dit veilig is,
worden ontkoppeld en verwijderd.
Voeding van de patiëntsimulator - externe
voeding
Waarschuwingen
• Sluit de patiëntsimulator alleen aan op
een door Laerdal goedgekeurde externe
voedingsbron die bedoeld is voor gebruik met
de Nursing Anne Simulator.
• Gebruik de patiëntsimulator niet in de buurt
van echte patiënten als deze op de externe
voedingsbron is aangesloten.
• De patiëntsimulator moet op een correct
geaard stopcontact worden aangesloten.
Luchttank
Waarschuwingen
• Probeer niet om de inwendige delen van de
rechterdij te demonteren of repareren.
• Niet doorboren.
Defibrillatie
Waarschuwingen
• Neem de normale veiligheidsmaatregelen
voor het gebruik van defibrillatoren in acht.
• Defibrillatie mag uitsluitend met behulp van
ShockLink worden uitgevoerd. Raadpleeg de
belangrijke productinformatie van ShockLink.
• Plaats geen medische defibrillatie-elektroden
of defibrillatie-paddles op de simulator.
• Defibrilleer de patiëntsimulator alleen
als deze volledig gemonteerd, droog en
onbeschadigd is.
• Defibrilleer de simulator niet als deze is
uitgeschakeld.
Nursing Anne Simulator
• Pas geen defibrillatie van de patiëntsimulator
toe in een ontvlambare of met zuurstof
verrijkte omgeving. Dit kan brand veroorzaken.
• Gebruik geen geleidende gel of geleidende
defibrillatie-elektroden, die bedoeld zijn voor
gebruik op een patiënt, om de vorming van
kuiltjes in de borsthuid te voorkomen.
• Gebruik geen kabels of connectoren die
zichtbaar beschadigd zijn.
CAN CPU-module (onderdeel van
simulator)
Aandachtspunten
• Het apparaat hanteert de bandbreedte
5150-5250 MHz en is uitsluitend bestemd voor
gebruik binnenshuis om het risico op schadelijke
interferentie met mobiele satellietsystemen op
hetzelfde kanaal te beperken;
• De maximaal toegestane antennewinst voor
apparaten in de bandbreedten 5250-
5350 MHz en 5470-5725 MHz dient
in overeenstemming te zijn met de EIRP-
grenswaarde; en
• De maximaal toegestane antennewinst
voor apparaten in de bandbreedte
5725-5825 MHz dient in overeenstemming
te zijn met de EIRP-grenswaarden voor vaste
of mobiele verbindingen, al naar gelang wat
van toepassing is.
• De slechtst mogelijke hellingshoek(en)
die vereist is/zijn om te voldoen aan de
parameters opgenomen in paragraaf 6.2.2(3)
dient/dienen duidelijk vermeld te worden.
• Gebruikers dienen tevens op de hoogte te
worden gesteld dat krachtige radars als
hoofdgebruiker (d.w.z. gebruikers met voorrang)
worden beschouwd van de bandbreedten
5250-5350 MHz en 5650-5850 MHz en dat
deze radars mogelijk interferentie en/of schade
kunnen veroorzaken aan LE-LAN-apparaten.
39
Nederlands