Inbedrijfstelling
 Druk op toets Save 58 om deze op te slaan.
9 De ingestelde brander-ID wordt naar de brander
overgebracht.
14.6
Overige lasprocédés
MACS
1, 3
Bij het lasprocédé MACS (Modulated AC System) pul-
seert de lasstroom afwisselend met wissel- en gelijk-
stroom.
 Selecteer met behulp van de toets 20 de werkings-
wijze Pulsen.
– werkingswijze 2-takt-pulsen (LED 22 en LED 26
branden).
– werkingswijze 4-takt-pulsen (LED 22 en LED 25
branden).
 Selecteer met behulp van de toets Stroomsoort 27
wisselstroom (AC), de LED 28 brandt.
 Druk op de toets Werkingswijze 20 en houd deze in-
gedrukt.
 Selecteer met behulp van de toets Stroomsoort 27
één van onderstaande parameters.
– MACS -, de LED 30 brandt.
– MACS +, de LED 29 brandt.
– MACS Uit, geen van de beide LED´s brandt..
 Stel indien nodig de volgende parameters in.
– MACS-frequentie
– MACS-balans
– MACS-DC-stroom
Interval-puntlassen
Het lasproces interval-punten is in de bedrijfsmodus
2-takt en 4-takt beschikbaar.
2-takt: Het punten wordt automatisch herhaald zolang de
toortsschakelaar ingedrukt blijft.
4-takt: Door de eerste bediening van de toortsschake-
laar wordt het interval-punten gestart, door de tweede
bediening beëindigd.
– De parameter puntlastijd (tSP) bepaalt de duur
van de afzonderlijke laspunten.
– De parameter puntlastijd uit (tSO) bepaalt de duur
van de pauzes tussen de laspunten.
 Selecteer met behulp van de toets 20 werkingswijze
Puntlassen.
 Houd de toets Werkingswijze 20 ingedrukt, druk de
toets Save 58 in.
9 U bevindt zich in het menu Nevenparameters.
 Selecteer met de keuzetoetsen 32 of 33 de nevenpa-
rameter Intervalpuntlassen Aan/Uit (PSP).
 Stel met de draaiknop 34 de waarde ON in het rech-
ter 7-segmentsdisplay 35 in.
 Schakel met een druk op de knop 20 over naar het
menu Hoofdparameters.
04.19
4
 Selecteer met de keuzetoetsen 32 of 33 de hoofdpa-
rameter Puntlastijd (tSP).
 Stel met behulp van de draaiknop 34 de gewenste
puntlastijd in.
 Selecteer met de keuzetoetsen 32 of 33 de hoofdpa-
rameter Puntlastijd uit (tSO).
 Stel met de draaiknop 34 de gewenste puntlastijd Uit
(pauze tussen twee laspunten) in.
Alleen bij AC/DC
1)
Alleen bij werkingswijze Elektrode
2)
Alleen bij werkingswijze TIG
3)
Alleen bij werkingswijze Puntlassen
4)
909.1709.9-05
- 103 -