s-MEXT
VERPLICHTING
De elektrische voedingsleiding moet voorzien zijn van een
netscheider om het apparaat van de energiebron te kunnen
scheiden.
Zoals voorgeschreven door de norm IEC 60204-1 moet de hendel van de netscheider moet
goed toegankelijk zijn en zich bevinden tussen 0,6 m en 1,9 m boven de vloerhoogte voor
de bediening. De voeding mag nooit uitgeschakeld worden, behalve tijdens de
onderhoudswerkzaamheden.
2.5.1
ELEKTRISCHE VOEDING VAN DE APPARATEN
Gebruik een meerpolige geleider met een beschermmantel. De doorsnede van de kabel
hangt af van het maximale stroomverbruik van het apparaat (A) zoals getoond op het
betreffende elektrische schema.
Gebruik voor het invoeren van de elektrische kabel in het apparaat de door de fabrikant in
het onderstel aangebrachte kabeldoorvoeren (model UNDER/OVER).
Gebruik de staander aan de binnenkant van het apparaat om de kabel met kabelbanden
vast te zetten. Rechtstreeks aanraken van hete of scherpe oppervlakken moet voorkomen
worden.
Sluit de kabel aan op het klemmenblok van de scheider van de deurvergrendeling en op de
aardklem.
De voedingskabel mag niet in de kabelgoten van het apparaat gelegd worden.
De schakelkast moet altijd aan de bovenkant van het apparaat geplaatst
worden zoals getoond in de figuren.
UNDER
Meerpolige
voedingskabel
(niet meegeleverd)
2.5.2
ELEKTRISCHE HULPVERBINDINGEN
Het bedienings- en controlecircuit is in het elektrische schakelpaneel afgetakt van het
stroomcircuit.
De hulpverbindingen bevinden zich in het klemmenblok in de elektrische schakelkast van
het apparaat.
Uit te voeren aansluitingen:
•
Aansluiting van de PAC-IF op de condensatie-unit Mr.Slim. Hieronder worden de
kenmerken van de kabel vermeld
o kabel: afgeschermd
o aantal kabelparen: twee
o kabeldoorsnede: min. 0,3 mm
2
o maximaal toegestane lengte: 120 m
•
Inschakeling van buitenaf (voor alle series - spanningsvoerend contact)
•
Algemeen alarm 1 en algemeen alarm 2 (voor alle series - afgetakt spanningsvrij
contact)
•
Rook/vuuralarm (voor alle series)
Er wordt geadviseerd om de hulpverbindingskabels gescheiden van eventuele
stroomkabels aan te leggen. Wordt dit niet gedaan is het verstandig om afgeschermde
kabels te gebruiken.
UM_s-MEXT_01_Z_03_19_ML
2.6
De afmetingen van de kanalen moeten bepaald worden tijdens het ontwerp van de
installatie.
LUCHTUITTREDEKANAAL APPARATEN OVER
OVER
2.6.1
64
LUCHTVERBINDINGEN
INFORMATIE
Voor de bouwgrootte F3 Over moet een leiding aangelegd worden
die aan de bovenkant via de voorkant geïnspecteerd kan worden
indien het nodig is om de centrifugaalventilator voor de
luchtbehandeling te verplaatsen (eruit te nemen) .
Luchtuittredekanaal
Trillingsdempende koppeling
Frontpaneel
Profiel voor
bevestiging van
het luchtuittrede-
kanaal
Profiel voor bevestiging van luchtuittredekanaal
BEVESTIGING VAN LUCHTUITTREDEKANAAL (MODEL OVER)
Bouwgrootte
F1
510
A
mm
410
B
mm
VERPLICHTING
Voorkom dat het gewicht van het kanaal het steunprofiel van
het apparaat belast
BEVESTIGEN VAN KANAAL
Luchtuittredekanaal (niet meegeleverd)
Bevestig het luchtuittredekanaal aan de
trillingsdempende koppeling zoals getoond
in de figuur (bevestigingssysteem niet
meegeleverd).
Plaats er een afdichting tussen zoals
aangegeven in de figuur (niet
Afdichting
meegeleverd).
Trillingsdempende koppeling (niet
meegeleverd).
De trillingsdempende koppeling voorkomt het
overbrengen van trillingen op de kanalen.
Afdichting
Paneel van het apparaat
Bovenste frame van het
apparaat
Bevestig de trillingsdempende
koppeling met zelftappende
schroeven aan het frame van
het apparaat zoals
aangegeven in de figuur.
Plaats er een afdichting
tussen zoals aangegeven in
de figuur (niet meegeleverd).
Frame van het apparaat
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE HANDLEIDING
Nederlands
F2
F3
910
910
410
800