s-MEXT
VERPLICHTING
Voorkom dat het gewicht van het kanaal het steunprofiel van
het apparaat belast
2.6.2
LUCHTZIJDIGE DRUKVERLIEZEN VAN DE KANALEN
De waarden van de nominale nuttige en maximale opvoerhoogte van het
apparaat zijn aangegeven in het betreffende technische bulletin.
De drukverliezen van de kanalen moeten beperkt blijven omdat hoge waarden een stijging
van het stroomverbruik van de ventilatoren met zich meebrengen.
2.6.3
LUCHTUITTREDE APPARATEN UNDER
De opstelling van het luchtuittredesysteem in de ondervloer moet bepaald worden tijdens de
ontwerpfase van de installatie.
De waarden van de nominale nuttige en maximale opvoerhoogte van het
apparaat zijn aangegeven in het betreffende technische bulletin.
De drukverliezen in de ondervloer moeten beperkt blijven omdat hoge waarden een stijging
van het stroomverbruik van de ventilatoren met zich meebrengen.
2.7
MODULERENDE STOOMBEVOCHTIGER (ACCESSOIRE)
Modulerende stoombevochtiger met dompelelektroden voorzien
van elektronische besturing met modulerende stoomafgifte,
inclusief veiligheids- en werkingsaccessoires
Een metalen afdichting boven de boiler verzekert van hoge
veiligheidsniveaus tijdens de werking.
Norm voor de veiligheid van de ontvlambaarheid UL94: V0
Het accessoire bestaat uit de gecombineerde temperatuur-
/vochtigheidssensor op de luchtretour en de besturingskaart.
De leidingen voor de toe- en afvoer van het water van de
bevochtiger worden niet meegeleverd.
Er wordt geadviseerd om een filter en een afsluitkraan op de
watertoevoerleiding te installeren.
Deze bevochtiger produceert drukloze stoom door middel van
ondergedompelde elektrodes in het water dat zich in de cilinder
bevindt; de elektrodes sturen een elektrische stroom door het
water, wat een elektrische weerstand heeft, waardoor dit wordt
verhit. De op die manier geproduceerde stoom wordt gebruikt
om ruimten en industriële processen te bevochtigen door
gebruik te maken van speciale stoomverdelers.
2.7.1
KENMERKEN VAN HET VOEDINGSWATER
De kwaliteit van het gebruikte water heeft effect op het verdampingsproces, daarom mag
het apparaat voorzien worden van onbehandeld water zolang het maar drinkbaar is en niet
gedemineraliseerd.
Waterstof-ionenactiviteit
Specifieke geleidbaarheid op 20°C
Totaal opgeloste vaste stoffen
Droge stof op 180°C
Totale hardheid
Tijdelijke hardheid
IJzer + mangaan
Chloriden
Silica
Chloorresidu
Calciumsulfaat
Metalen onzuiverheden
Oplosmiddelen, verdunningsmiddelen ,
zeep, smeermiddelen
(1) Waarden afhankelijk van de specifieke geleidbaarheid; in het algemeen: TDS ≅ 0,93 * σ
≅ 0,65 * σ
R
(2) Niet minder dan 200% van het chloridegehalte in mg/l Cl
(3) Niet minder dan 300% van het chloridegehalte in mg/l Cl
VERPLICHTING
Alleen gebruiken met drinkwater.
•
Er bestaat geen enkele betrouwbare relatie tussen hardheid en
geleidbaarheid van het water.
•
Het water mag niet met waterontharders behandeld worden!
Hierdoor kan corrosie aan de elektroden ontstaan en
schuimvorming optreden, met potentiële problemen door
falende werking.
•
Voeg geen ontsmettingsmiddelen of anti-corrosie mengsels
aan het water toe omdat deze stoffen potentieel irriterend zijn.
•
Het is streng verboden om industrieel putwater te gebruiken,
of water dat uit koelcircuits is afgetapt n en in het algemeen
water dat potentieel verontreinigd is (chemisch of
bacteriologisch) .
UM_s-MEXT_01_Z_03_19_ML
Min.
Max.
Ph
7
σ
Μs/cm
300
1250
R, 20 °C
TDS
mg/l
(1)
R
mg/l
(1)
180
TH
mg/l CaCO
100 (2)
3
mg/l CaCO
60 (3)
3
mg/l Fe + Mn
0
ppm Cl
0
mg/l SiO
0
2
mg/l Cl
0
-
mg/l CaSO
0
4
mg/l
0
mg/l
0
R, 20 °C;
-
-
3
PROCEDURES VÓÓR DE INBEDRIJFSTELLING
3.1
PROCEDURES VÓÓR DE INBEDRIJFSTELLING VAN HET
APPARAAT
Alvorens contact op te nemen met de gespecialiseerde technicus die zorgdraagt voor de
eerste inbedrijfstelling voor het proefdraaien, moet de installateur nauwkeurig beoordelen of
de installatie aan de eisen en de tijdens de ontwerpfase vastgelegde specificaties voldoet
waarbij het volgende gecontroleerd moet worden:
•
of de elektrische aansluiting juist is en zodanig aangelegd is dat overeenstemming
met de geldende Elektromagnetische Compatibiliteitsrichtlijn gewaarborgd wordt;
•
of de koelverbinding met de condensatie-unit goed afgewerkt is;
•
of er geen lekken in het koelcircuit zijn;
•
of alle afsluitkleppen geopend zijn.
1.
Controleer of de hoofdschakelaar van de installatie op de ON stand staat.
2.
Zet de elektrische deruvergrendelingsschakelaar (aangebracht op het hoofdpaneel)
op de OFF stand, doe het paneel open en maak het inwendige deurtje van de
schakelkast open.
3.
Controleer of de automatische schakelaars van de ventilatoren, de
verwarmingselementen (indien aanwezig) en de bevochtiger (indien aanwezig) op
de OFF stand staan.
4.
Zet de magnetische voedingsschakelaar van de hulpcircuits op de ON stand.
5.
Raadpleeg het "elektrische schema" om deze schakelaar te lokaliseren.
6.
Doe het inwendige deurtje van de schakelkast dicht, doe het hoofdpaneel dicht en
zet de elektrische deurvergrendelingsschakelaar op de ON stand.
7.
Als de handelingen op de juiste manier verricht zijn moet het display van de
microprocessor aan zijn.
INFORMATIE
Tijdens deze fase signaleert de microprocessor de aanwezigheid van
8,5
alarmen (oververhitting ventilatoren, bevochtiger (indien aanwezig),
geen stroming enz.) omdat sommige automatische schakelaars om
(1)
de off stand staan en enkele onderdelen niet actief zijn.
(1)
400
8.
Druk op de toets Alarmen om het geluidsalarm uit te schakelen.
300
0,2
30
3.2
GEBRUIKERSINTERFACE
20
0,2
3.2.1
DE GEBRUIKERSTERMINAL
100
De gebruikersinterface bestaat uit:
0
•
LCD-display van 132x64 pixels met achtergrondverlichting
•
6 toetsen met achtergrondverlichting.
0
De verbinding tussen de microprocessorkaart en de gebruikersinterface vindt plaats door
middel van een 4-polige telefoonkabel met RJ11 stekker.
R
De terminal wordt rechtstreeks via bovengenoemde kabel door de besturingskaart van
180
stroom voorzien.
3.2.2
ALGEMENE FUNCTIES VAN DE TOETSEN
Toets
65
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE HANDLEIDING
Nederlands
DEURVERGRENDELINGSSCHAKELAAR
DISPLAY MICROPROCESSOR
Naam
Beschrijving
Geeft de alarmen weer en herstelt de
[ALARM]
normale toestand.
Hiermee is toegang tot het hoofdmenu
[PRG]
mogelijk.