De telefoon kan niet worden ingeschakeld
Batterij bijna leeg
Batterij niet goed geplaatst
De batterij laadt niet op
Batterij of oplader beschadigd
Batterijen opgeladen bij
temperaturen < 0 °C of > 40 °C
De oplader is verkeerd
aangesloten op de telefoon of het
stopcontact
De stand-bytijd neemt af
De oplaadcapaciteit van de
batterij is te laag
Te ver van het basisstation, de
telefoon zoekt continu naar een
signaal
Kan geen oproepen plaatsen of ontvangen
Verkeersbeperking geactiveerd
PIN-code geweigerd
Te vaak verkeerde PIN-code
ingevoerd
Nederlands
Problemen oplossen
Sluit de lader aan en laad de batterij
3 uur op.
Controleer of de batterij goed is
geplaatst.
Controleer de batterij en de oplader.
Zorg voor betere
oplaadomstandigheden.
Controleer de aansluitingen van de
oplader.
Plaats een nieuwe batterij.
Zoeken naar een netwerk verbruikt
batterijvermogen. Zoek een plaats met
een sterker signaal of schakel
de telefoon tijdelijk uit.
Schakel verkeersbeperking uit. Neem
contact op met de telefoonaanbieder
als het probleem nog niet is opgelost.
Voer de PUK-code in om de PIN-code
te wijzigen of neem contact op met de
telefoonaanbieder.
37