Werkzaamheden met laserontvanger (toebehoren)
Bij ongunstige lichtomstandigheden (omgeving met veel licht,
fel zonlicht) en op grote afstanden gebruikt u de laserontvanger
om de laserstraal beter te kunnen vinden 23.
RL25HV: Kies bij werkzaamheden met de laserontvanger de ro-
tatiefunctie met de hoogste rotatiesnelheid.
Lees voor de werkzaamheden met de laserontvanger de bijbe-
horende gebruiksaanwijzing en neem de voorschriften in acht.
Werkzaamheden met de afstandsbediening (toebehoren)
Bij het indrukken van de bedieningstoetsen kan het meetge-
reedschap uit de nivellering worden gebracht, zodat de rotatie
gedurende korte tijd stopt. Door het gebruik van de afstandsbe-
diening 26 wordt dit effect voorkomen.
De ontvangstlenzen 1 voor de afstandsbediening bevinden zich
aan vier zijden naast de rotatiekop.
Lees voor de werkzaamheden met de afstandsbediening de bij-
behorende gebruiksaanwijzing en neem de voorschriften in
acht.
Werkzaamheden met het statief (toebehoren)
Het meetgereedschap beschikt over een 5/8"-statiefopname
voor horizontaal gebruik op een statief. Plaats het meetgereed-
schap met de statiefopname 20 op de 5/8"-schroefdraad van
het statief en schroef het met de vastzetschroef van het statief
vast.
Bij een statief 25 met schaalverdeling op het uitschuifbaar deel
kunt u de hoogteverplaatsing rechtstreeks instellen.
Werkzaamheden met muurhouder en richteenheid
(toebehoren) (RL25HV)
– U kunt het meetgereedschap ook op de wandhouder met
richteenheid 28 monteren. Draai daarvoor de 5/8"-schroef
van de muurhouder in de statiefopname 20 op het meetge-
reedschap.
Montage op een muur: Montage op een muur wordt geadviseerd
bijvoorbeeld bij werkzaamheden boven de uittrekhoogte van
het statief of bij werkzaamheden op een instabiele ondergrond
en zonder statief. Bevestig daarvoor de muurhouder 28 met ge-
monteerd meetgereedschap zo verticaal mogelijk tegen een
muur.
Montage op een statief: U kunt de muurhouder 28 ook met de
statiefopname aan de achterkant op een statief schroeven. De-
ze bevestiging wordt in het bijzonder geadviseerd bij werk-
zaamheden waarbij het rotatievlak op een referentielijn moet
worden gericht.
Met de richteenheid kunt u het gemonteerde meetgereedschap
verticaal (bij montage op de muur) of horizontaal (bij montage
op een statief) over een afstand van ca. 15 cm verschuiven.
Werkzaamheden met het laserdoelpaneel (toebehoren)
Met het laserdoelpaneel 29 kunt u de lasermarkering op de
vloer resp. de laserhoogte op een muur overbrengen. Dankzij
de magneethouder kunt u het laserdoelpaneel ook aan plafond-
constructies bevestigen.
Met het nulveld en de schaalverdeling kunt u de verplaatsing ten
opzichte van de gewenste hoogte meten en op een andere
plaats aantekenen. Daarmee vervalt het nauwkeurig instellen
van het meetgereedschap op de over te brengen hoogte.
800.544.2843
2 609 141 178 • 2.4.14
www.calcert.com
15
10
20
5
25
0
30
Het laserdoelpaneel 29 heeft een reflecterende laag die de
zichtbaarheid van de laserstraal op een grote afstand resp. bij
fel zonlicht verbetert. De helderheidsversterking is alleen zicht-
baar als u parallel aan de laserstraal op het laserdoelpaneel
kijkt.
Werkzaamheden met de meetlat (toebehoren)
Voor het controleren van oneffenheden of het aantekenen van
verval wordt het gebruik van de meetlat 24 samen met de lase-
rontvanger geadviseerd.
Op de meetlat 24 is boven een relatieve schaalverdeling
(±50 cm) aangebracht. De nulhoogte daarvan kunt u onder op
het uittrekbare gedeelte vooraf instellen. Daarmee kunnen af-
wijkingen van de gewenste hoogte rechtstreeks worden afgele-
zen.
Toepassingsvoorbeelden
Diepte van bouwputten controleren (zie afbeelding B)
– Stel het meetgereedschap op een stabiele ondergrond op of
monteer het op een statief 25.
Werkzaamheden met statief: Stel de laserstraal op de ge-
wenste hoogte af. Breng de hoogte op de bestemmings-
plaats over of controleer de hoogte.
Werkzaamheden zonder statief: Bepaal het hoogteverschil
tussen laserstraal en hoogte op het referentiepunt met be-
hulp van het laserdoelpaneel 29. Breng het gemeten hoogte-
verschil op de bestemmingsplaats over of controleer het ge-
meten hoogteverschil.
Bij het meten over een grote afstand moet u het meetgereed-
schap altijd in het midden van het werkoppervlak en op een sta-
tief opstellen om storende invloeden te beperken.
Monteer bij werkzaamheden op een onzekere ondergrond het
meetgereedschap op het statief 25. Let erop dat de schokwaar-
schuwingsfunctie geactiveerd is om foutieve metingen bij be-
wegingen van de ondergrond of schokken van het meetgereed-
schap te voorkomen.
Nederlands | 117
sales@calcert.co