Eindtest En Inbedrijfstelling; Eindtest - Nice TUB4000 Instrucciones Y Advertencias Para La Instalación Y El Uso

4

EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING

De fasen van het testen en in werking stellen zijn de belangrijkste tijdens de
realisering van de automatisering om maximale veiligheid te garanderen. De
eindtest kan ook worden gebruikt om de inrichtingen van de automatisering
periodiek te controleren.
Deze fasen moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd en ervaren perso-
neel, dat de benodigde tests moet uitvoeren om de veiligheidsmaatregelen te
controleren en dat tevens moet controleren of de wetten, normen en regels op
dit gebied in acht worden genomen, in het bijzonder de eisen in de norm EN
12445, die de testmethoden voor de controle van automatiseringen voor hek-
ken en poorten bepaalt. De extra inrichtingen moeten aan een specifieke test
worden onderworpen, om zowel de werking als de interactie met de besturing-
seenheid te controleren. Raadpleeg hiervoor de instructiehandleidingen van de
betreffende inrichtingen.

4.1 - Eindtest

De serie handelingen die voor de hierna beschreven test moeten worden uitge-
voerd, hebben betrekking op een standaardinstallatie (afb. 2):
1 Controleer of alle informatie beschreven in het hoofdstuk "Aanbevelingen
voor de installatie" nauwkeurig in acht is genomen.
2 Gebruik de besturingsinrichtingen (zender, bedieningsknop, sleutelschake-
laar, etc.) om de tests uit te voeren voor het openen, sluiten en stoppen
van het hek, en te controleren of de beweging van de vleugels overeenkomt
met de instelling. Er dienen verschillende tests te worden uitgevoerd om de
beweging van het hek te beoordelen en te controleren of er geen sprake is
van montage- of afstellingsfouten of ongewenste wrijving.
3 Controleer één voor één of alle veiligheidsinrichtingen in de installatie goed
werken (fotocellen, contactlijsten, enz.).
4 Als de gevaarlijke situaties, die zijn veroorzaakt door de beweging van de
vleugels, zijn weggenomen door de beperking van de sluitkracht, moet
er een krachtmeting worden uitgevoerd, zoals bepaald door de norm EN
12445.
5 Ga na of de stopafstand van de vleugel 2-3 cm bedraagt; zo niet, regel dan
de mechanische rem als volgt (afb. 8):
a. Draai de moer op de motoras ongeveer een halve slag met de klok mee;
b. Draai de moer verder, als de halve slag niet genoeg is;
c. Zorg dat de moer niet te veel wordt aangedraaid, want dan zou de elek-
tromotor helemaal kunnen worden geblokkeerd.
Voor de regeling van de mechanische rem moet de elektrische
voeding worden uitgeschakeld door de hoofdschakelaar in de bestu-
ringseenheid op "OFF" te zetten.
8
Nederlands – 7