SDMO ST2.36H Manual De Utilización Y De Mantenimiento página 42

Ocultar thumbs Ver también para ST2.36H:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 15
N N L L
III.3 ALGEMEEN ONDERHOUD
III.3.1. MOTOROLIE VERVERSEN (AFBEELDING C)
- Ververs de olie als de motor nog warm is, zodat deze er snel en volledig uitstroomt.
- Verwijder de olievuldop 34 en de aftapplug 33.
- Tap de olie volledig af in een metalen bak.
- Breng de aftapplug 33 op zijn plaats en schroef hem stevig vast.
- Vul het carter met nieuwe goedgekeurde olie via de vulhals tot aan het bovenste markeringsstreepje op de peilstok 34.
- Breng de olievuldop 34 weer op zijn plaats.
III.3.2 ONDERHOUD VAN HET LUCHTFILTER (AFBEELDING D)
Als het luchtfilter vuil is, dan stroomt er minder lucht naar de carburateur. Reinig het luchtfilter regelmatig om slecht functioneren van de carburateur te voorkomen. Maak het fil-
ter vaker schoon als de motor op zeer stoffige plaatsen wordt gebruikt.
- Verwijder de vleugelmoer D1 en het deksel D2 van het luchtfilter. Verwijder de filterelementen en scheid ze
van elkaar.
- Controleer zorgvuldig of de twee filterelementen geen scheuren of gaten vertonen en vervang ze indien ze
zijn beschadigd.
- Schuimrubber elementen D3: reinig het element met een in lauw water opgelost schoonmaakmiddel voor huishoudelijk
gebruik en spoel het onmiddellijk af met overvloedig water. Of reinig het element met een niet ontvlambaar oplosmiddel of
een oplosmiddel met een hoog vlampunt. Laat het element volledig drogen.
- Dompel het element in schone motorolie en knijp het uit om de overtollige olie te verwijderen. Als er teveel olie in het schuimrubberen element is achtergebleven, dan zal de
motor bij de eerste maal starten een rookwolk produceren.
- Papieren filterelement D4: klop het filterelement enkele malen zachtjes tegen een harde ondergrond aan, om het vuil te verwijderen, of reinig het element door perslucht van
binnen naar buiten te blazen. Probeer het vuil nooit met een borstel te verwijderen; door het borstelen dringt het stof in de vezels. Vervang het papieren element als het erg vuil
is.
III.3.3 REINIGEN VAN VUILVERZAMELBAK (AFBEELDINGEN G-P)
Sluit het brandstofkraantje. Verwijder de bak van het filter P1 en de O-ring P2 en reinig ze met een niet brandbaar oplosmiddel of een oplosmiddel met een hoog vlampunt. Laat
ze volledig drogen en plaats ze vervolgens weer terug. Open het brandstofkraantje 31-42 en controleer of er geen lekken zijn.
III.3.4 ONDERHOUD VAN DE BOUGIE (AFBEELDING R)
Aanbevolen bougie voor de motorpompgroepen ST2.36H, ST3.60H en ST3.60HK
Aanbevolen bougie voor de motorpompgroepen TR2.36H, TRT3.60H, XT2.42H en XT3.78H
Voor een goede werking van de motor dient de bougie volledig vrij te zijn van aanslag en dient de afstand tussen de elektroden juist te zijn.
- Verwijder de bougiedop en schroef de bougie los met behulp van een bougiesleutel.
- Inspecteer de bougie en gooi hem weg als de elektroden zijn versleten of als de isolatie gebarsten of
afgeschilferd is. Maak de bougie met een metalen borstel schoon als u hem opnieuw wilt gebruiken.
- Meet de elektrodenafstand met behulp van een voeler. De afstand moet 0,7 tot 0,8 mm zijn. Corrigeer de
afstand zonodig door de zijelektrode te verbuigen.
- Controleer de staat van de pakkingring van de bougie en draai de bougie met de hand vast om scheef
indraaien te voorkomen.
- Nadat u de bougie op zijn plaats heeft gebracht, draait u hem vast met een bougiesleutel zodat de
pakkingring zich samendrukt.
OPMERKING: Een nieuwe bougie draait u met de hand vast, waarna u hem nog een halve slag aandraait
met de bougiesleutel om de pakkingring samen te drukken.
Een gebruikte bougie draait u met de hand vast, waarna u hem nog slechts en 1/8 of 1/4 slag aandraait om
de pakkingring samen te drukken.
III.3.5 HET BRANDSTOFFILTER VERVANGEN (MOTORPOMPGROEPEN ST2.36H ST3.60H ST3.60HK) (AFBEELDINGEN G-Q)
- Draai de hendel van het benzinekraantje 31 op "OFF" en koppel het benzinefilter Q1 los van de benzineslangen.
- Tap de benzine uit het filter af in een bak om water en bezinksel te verwijderen.
- Bevestig het filter weer aan de slangen en draai de hendel van het benzinekraantje 31 op "ON" .
- Controleer op brandstoflekken.
III.3.6 DE MOTORPOMPGROEP REINIGEN
- Reinig de motorpompgroep met een borstel en een doek (schoonmaken met een waterstraal wordt afgeraden). Verwijder stof en vuildeeltjes rond de uitlaat en de koelribben.
Reinig de luchtinlaat en de luchtuitlaat van de motor. Maak van de gelegenheid gebruik om de algemene staat van de motorpompgroep te controleren en defecte of versleten
onderdelen te vervangen.
III.3.7 PAKKINGEN EN POMPROTOR VERVANGEN
- Een verlaging van de waterdruk of lekkage bij de pakkingen kan duiden op slijtage. Neem in dat geval contact op met uw vertegenwoordiger.
03/2001
VOORZORGSMAATREGEL: Herhaalde, langdurige aanraking van
de huid met afgewerkte motorolie is kankerverwekkend. Het
spreekt vanzelf dat dit risico laag is, behalve wanneer u de olie
dagelijks langdurig aanraakt, maar toch wordt aanbevolen uw
handen telkens wanneer u afgewerkte olie heeft aangeraakt, on-
middellijk zorgvuldig met zeep te wassen.
LET OP: Gebruik nooit benzine of een oplosmiddel met
een laag vlampunt om het luchtfilterpatroon te reinigen.
Dit kan brand of een ontploffing veroorzaken.
NGK: TYPE B-4H, BR4HS - NIPPONDENSO: TYPE W14F-U, W14FR-U
NGK: TYPE BMR - 4A - NIPPONDENSO: TYPE W14 MR-U.
LET OP: Als de motor net is uitgeschakeld, dan is de ge-
luiddemper nog erg heet. Let op deze niet aan te raken.
VOORZORGSMAATREGEL: Gebruik nooit een bougie
met een onjuiste warmtegraad.
VOORZORGSMAATREGEL: De bougie moet goed vastge-
draaid zijn. Een niet goed vastgedraaide bougie kan overve-
rhit raken en beschadiging van de motor tot gevolg hebben.
40
VOORZORGSMAATREGEL: Laat de motor
nooit zonder luchtfilter draaien. Dit leidt
tot vroegtijdige slijtage van de motor.

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

St3.60hSt3.60hkTr2.36hTr3.60hXt2.42hXt3.78h

Tabla de contenido