EURO • Printed in England • BA F016 L69 831 • Balmoral • NL • OSW 10/01
F016 L69 832 - Buch Seite 4 Donnerstag, 25. Oktober 2001 8:31 08
Warme start
Ga te werk zoals beschreven onder „Koude start
van de motor" en voer de stappen 1 en 3 uit.
Wanneer de motor niet start of niet regelmatig
loopt, gaat u te werk zoals beschreven onder
„Koude start van de motor" en plaatst u de
choke 20 tussen „On" en „Off".
Stoppen
E
Zet de gashendel 7 in de juiste stand
E
Maaimes en achterste rol vastkoppelen
1. Start de machine.
2. Duw de veiligheidsknop 22 naar voren en duw
de koppelingshendel voor de spil 9 langzaam
omhoog tegen het greepbovenstuk 1.
3. Duw de koppelingshendel voor de aandrijving 8
omhoog naar het greepbovenstuk 1.
4. Laat de veiligheidsknop 22 los.
5. Stel de snelheid naar wens in door de gashen-
del 7 tussen
en
Laat beide besturingshendels 8 en 9 los wanneer u
wilt stoppen.
Alleen de achterste rol vastkoppelen
1. Start de machine.
2. Duw de koppelingshendel voor de aandrijving 8
omhoog naar het greepbovenstuk 1.
3. Stel de snelheid naar wens in door de gashen-
del 7 tussen
en
4. Laat de koppelingshendel 8 voor de aandrijving
los wanneer u wilt stoppen.
Alleen messen vastkoppelen
1. Start de machine.
2. Duw de koppelingshendel voor de spil 9 om-
hoog naar het greepbeugelbovenstuk 1.
3. Laat de koppelingshendel voor de spil 9 los
wanneer u wilt stoppen.
Maaien
Controleer voor het maaien het oliepeil in de mo-
tor en vul de benzinetank indien nodig met brand-
stof.
Geadviseerd wordt om aan het einde van het
maaiseizoen de brandstoftank slechts zover met
brandstof te vullen als voor het maaien nodig is,
aangezien bij het opbergen de benzinetank leeg
moet zijn.
G
U bereikt optimale maairesultaten wanneer u
vanaf de rand van het gazon met maaien begint
en verder maait in een L-vorm. Aan het einde
haaks vooruit en de vorige baan licht overlappend
weer terug.
Neem bij de volgende keer maaien de tegenge-
stelde hoek. Hierdoor voorkomt u het ontstaan van
oneffenheden van het grondoppervlak door
voortdurend maaien in dezelfde richting.
52 • F016 L69 831 • TMS • 18.10.01
Opmerking: Voer de volgende onderhoudswerk-
zaamheden regelmatig uit zodat u verzekerd bent
van een lang en probleemloos gebruik.
Controleer de gazonmaaier regelmatig op zicht-
.
bare gebreken zoals een los of beschadigd maai-
mes, losse verbindingen en versleten of bescha-
digde delen.
Controleer of afschermingen en veiligheidsvoorzie-
ningen niet beschadigd zijn en juist zijn aange-
bracht. Voer voor het gebruik eventueel noodza-
kelijke onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
uit.
Reinig de maaier aan de buitenkant grondig met
een zachte borstel en een doek. Gebruik geen wa-
ter, oplosmiddel of polijstmiddel. Verwijder alle vuil
te verstellen.
volledig, in het bijzonder van het luchtfilter en de
koelribben van de motor.
Wanneer de gazonmaaier ondanks zorgvuldige
productie- en testprocédés toch defect raakt,
moet de reparatie door een erkende klantenser-
vice voor Atco-Qualcast elektrische gereedschap-
pen worden uitgevoerd.
Vermeld bij vragen en bestellingen van vervan-
gingsonderdelen altijd het bestelnummer van
te verstellen.
10 cijfers van de machine.
C
Wanneer het gras niet zuiver en gelijkmatig geknipt
wordt, moet de maaicilinder ingesteld worden.
1. Kantel de maaier achteruit en zet deze stevig
2. Verwijder de houder 23 van de grasbak.
3. Draai de instelschroef 24 in afzonderlijke kleine
Opmerking: De maaicilinder 25 is correct ingesteld
wanneer tijdens het draaien de maaimessen 25
het onderste mes over de volledige breedte licht
raken.
De maaimessen werken als een schaar. De juiste
instelling van de maaimessen is bereikt wanneer
een blad papier over de hele mesbreedte zuiver
wordt afgesneden.
Monteer de houder 23 van de grasbak weer nadat
de snijmessen correct zijn ingesteld.
Nederlands
Onderhoud
Zet de maaier stil en trek de bougiestekker
los van de bougie.
Instelling van de messen
D
vast met blokken.
stappen met de wijzers van de klok mee.
- 4