Selecteer item om te vergrendelen –
hiermee kunnen sommige functies op de
lasparameterbalk
worden.
Om functies te vergrendelen:
Open het configuratiemenu.
Gebruik de rechterknop [44] om het icoon "Selecteer
item om te vergrendelen" aan te geven.
Afbeelding 53
Druk op de rechterknop [44]. Het functiemenu
Vergrendelen wordt op het display weergegeven.
Gebruik de rechterknop [44] om de functie aan te
geven (bijvoorbeeld "Geavanceerde Instelling" .
Afbeelding 54
Druk op de rechterknop [44]. Het icoon van de
gekozen parameter verdwijnt uit het onderste
gedeelte van het scherm (Afbeelding 55). Deze
parameter
is
ook
Lasparameters [52].
Afbeelding 55
WAARSCHUWING
Om de functie te ontgrendelen moet de gebruiker
dezelfde stappen uitvoeren als de stappen om de functie
te vergrendelen.
Nederlands
vergrendeld/ontgrendeld
verdwenen
uit
de
balk
Taken opslaan In-/Uitschakelen - hiermee
kunt u taken in het geheugen opslaan in-
/uitschakelen
Open het configuratiemenu.
Gebruik de rechterknop [44] om het icoon "Taken In-
/Uitschakelen" aan te geven.
Druk op de rechterknop [44] om te bevestigen. Het
menu "Taken In-/Uitschakelen" wordt op het scherm
weergegeven.
Gebruik de rechterknop [44] om het taaknummer aan
te geven. Het icoon van de gekozen taak verdwijnt
uit het onderste gedeelte van het scherm.
Druk op de rechterknop [44]. Het icoon van het
geselecteerde
onderkant van het scherm.
31
Afbeelding 56
Afbeelding 57
programma
verdwijnt
Afbeelding 58
Nederlands
van
de