Nederlands
Veiligheid voor alles
Net als mensen heeft ook uw fornuis
behoefte aan schone, frisse lucht. De
vlammen van de branders geven
gassen, hitte en vocht af. Zorg ervoor
dat de keuken goed geventileerd is:
houd bestaande ventilatiegaten open
of installeer een aangedreven afzuig-
kap die de dampen naar buiten toe af-
voert. Indien u gedurende lange tijd
meerdere branders van het fornuis
tegelijk gebruikt, dient u een raam
open te zetten of een ventilator aan te
zetten. Meer informatie vindt u in de
Aanwijzingen voor de installatie.
Indien u nog nooit een gasfornuis
hebt gebruikt, wordt u aangeraden al-
lereerst het gedeelte 'Algemene
veiligheidsvoorschriften' te lezen.
Hieronder volgt een aantal algemene
richtlijnen voor het veilig gebruik van
het gasfornuis.
Gas en elektriciteit aan
Controleer of de gasvoeding en de
stroomvoeding aangesloten en inge-
schakeld zijn. Het fornuis gebruikt
stroom.
Vreemde geuren
De eerste keer dat u het fornuis ge-
bruikt, geeft het wellicht een lichte
geur af. Dit verdwijnt na korte tijd.
Kookplaatbranders
De tekening bij de knoppen geeft aan
welke brander de betreffende knop
regelt. De branders zijn elk voorzien
van
een
speciale
mechanisme dat de gasstroom afsluit
indien de vlam uitgaat.
Druk de knop in en draai hem naar de
afbeelding van de grote vlam.
Blijf de knop ingedrukt houden zodat
er gas naar de brander stroomt en
druk op de ontstekingsknop of steek
de brander met een lucifer aan.
82
Houd de knop ongeveer 10 seconden
ingedrukt.
Als de brander uitgaat wanneer u de
knop loslaat, hebt u niet lang genoeg
gewacht. Draai de knop naar de uit-
stand en wacht een minuut. Probeer
het dan nogmaals maar houd de knop
deze keer iets langer ingedrukt.
U kunt de hoogte van de vlam met
behulp van de knop afregelen. De af-
beelding van de kleine vlam is de
laagste stand.
Zorg ervoor dat de vlammen niet on-
der de pan uitsteken. Met een deksel
op de pan wordt de inhoud sneller
gaar.
Gebruik geen pannen of ketels met
een holle onderkant of met een uitste-
kende onderrand.
Het gebruik van sudderhulpmiddelen
zoals matten van asbest of maas
veiligheids-
wordt AFGERADEN. Dergelijke hulp-
middelen belemmeren de werking
van de brander en tasten wellicht de
pannenroosters aan.
Vermijd het gebruik van onstabiele en
misvormde pannen die makkelijk
scheef kunnen zakken, en pannen
met een kleine bodem, bijv. kleine
steelpannetjes, pocheerpannen. De
aanbevolen minimumdiameter voor
pannen is 120 mm. De maximum-
diameter is 250 mm; grote pannen
dienen ver uit elkaar gezet te worden.
De wokbrander van 3 ringen is be-
doeld om de warmte gelijkmatig te
verspreiden over een groot opper-
vlak. Deze brander is bijzonder goed
geschikt voor grote pannen en wok-
ken. Voor kleinere pannen zijn de
kleinere branders beter geschikt.