3M PROTECTA COBRA Manual Del Usuario página 176

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 58
3.0 INSTALLATIE
3.1
PLANNING: Plan uw valstopsysteem voorafgaand aan het installeren van de lijnklem. Let op alle factoren die uw
veiligheid negatief kunnen beïnvloeden vóór, gedurende en na afloop van een val. Neem alle eisen, beperkingen en
specificaties die in sectie 2 en tabel 1 zijn gedefinieerd in beschouwing.
3.2
INSTALLATIE VAN DE COBRA-LIJNKLEM AAN DE REDDINGSLIJN:
A.
Zorg ervoor dat de lijnklem in de "UP"-stand is zoals aangegeven op het product. Het "UP"-uiteinde van de
lijnklem moet naar de verankering gericht zijn wanneer deze op de reddingslijn is geïnstalleerd (zie afbeelding
11A).
1.
Verankering
2.
Reddingslijn
3.
Duw de openingshendel naar beneden
Cobra-lijnklemmen hebben een zwaartekrachtvergrendelpen die uit de borgpen glijdt om te voorkomen dat
;
de mof van de reddingslijn met de nok van de lijnklem kruist wanneer deze niet rechtop wordt gehouden.
B.
Duw de openingshendel (gekartelde knop) naar beneden totdat deze de bodem van de groef bereikt. Druk de
openingshendel naar binnen totdat de ontgrendelknop volledig is ingedrukt.
C.
Trek de mof van de reddingslijn en de vergrendelingsnok uit elkaar totdat de eenheid volledig is geopend.
D.
Om te installeren op de reddingslijn, tilt u de vergrendelingsnok op naar de "UP"-stand, installeert u de lijn in het
kanaal van de reddingslijn en sluit u de helften van de lijnklem (zie afbeelding 11B). De veerbelaste borgpen klikt
de eenheid dicht.
1.
Lijn in de mof geïnstalleerd
2.
Nok vergrendelen in de "UP"-stand
E.
De sluitende actie moet de openingshendel ontgrendelen vanuit de open positie en de borgpen glijdt in de
borgring aan de bovenkant van de mof van de reddingslijn. De openingshendel moet nu aan de bovenkant van de
groef zitten en tegen de mof van de reddingslijn rusten (zie afbeelding 11C).
1.
Mof gesloten
2.
Openingshendel teruggezet naar "UP"-stand
3.
Vrijgaveknop losgelaten
F.
Test de werking van de lijnklem door de vergrendelnok naar beneden te trekken. De lijnklem moet op de
reddingslijn vergrendelen en afdaling op de reddingslijn voorkomen zodra de nok aangrijpt.
3.3
DE LIJNKLEM OP DE REDDINGSLIJN POSITIONEREN: De lijnklem positioneren:
A.
Trek de vergrendelingsnok van de lijnklem iets omhoog om deze uit de vergrendelde stand te halen. Houd altijd
een minimum van 3,7 m (12 ft) lijn onder de lijnklem om ruimte te bieden voor vergrendelingsafstand en vrije
val.
B.
Lijnklem omhoog of omlaag te bewegen naar de gewenste locatie. Oefen spanning op de reddingslijn uit om een
soepele beweging van de lijnklem op de reddingslijn te garanderen. De spanning van de reddingslijn kan worden
bereikt door een gewicht toe te voegen aan het uiteinde van de reddingslijn, of door een extra reddingslijn uit te
laten steken (in een hangende richting) om te zorgen voor gewicht.
C.
Na het lokaliseren van de lijnklem, plaatst u deze op de reddingslijn op of boven de schouders om een mogelijke
vrije val te verminderen. Vergrendel de lijnklem op deze positie door aan de vergrendelnok te trekken totdat de
nokhendel volledig in de laagste positie staat. De vergrendelingsnok moet worden ontgrendeld voordat u probeert
de lijnklem te verplaatsen.
3.4
DE LIJN UIT DE LIJNKLEM VERWIJDEREN
A.
Duw de openingshendel (gekartelde knop) naar beneden totdat deze de bodem van de groef bereikt. Druk de
openingshendel naar binnen totdat de ontgrendelknop volledig is ingedrukt.
B.
Trek de mof van de reddingslijn en de vergrendelingsnok uit elkaar totdat de eenheid volledig is geopend.
C.
Touw verwijderen
4.0 BEDIENING EN GEBRUIK
4.1
VÓÓR ELK GEBRUIK: Zorg ervoor dat uw werkgebied en persoonlijk systeem voor valbescherming (PFAS) voldoen
aan alle criteria zoals gedefinieerd in sectie 2 en dat er een formeel reddingsplan aanwezig is. Inspecteer de lijnklem
volgens de 'Gebruikers'-inspectiepunten zoals gedefinieerd in het "Logboek voor inspectie en onderhoud" (Tabel 2).
Gebruik het systeem niet indien inspectie een onveilige of defecte conditie aan het licht brengt. Stel het systeem
buiten gebruik en vernietig het, of neem contact op met 3M aangaande de vervanging of reparatie van het systeem.
4.2
VERBINDEN MET VERANKERING OF VERANKERINGSCONNECTOR: Zie afbeelding 10. Wanneer u de reddingslijn
of subsystemen voor reddingslijnen aan de verankering of verankeringsconnector bevestigt, moet u ervoor zorgen
dat de connector (zelfvergrendelende musketonhaak) volledig is vastgezet en vergrendeld op het verbindingspunt.
Zorg ervoor dat de verbindingen qua grootte, vorm en sterkte bij elkaar passen. Raadpleeg de instructies van de
verankeringsconnector en de fabrikant van de reddingslijn voor meer informatie.
4.3
VERBINDEN MET DE LICHAAMSONDERSTEUNING: Voor valstoptoepassingen, verbind u met de sternale of
dorsale D-ring die zich tussen de schouders aan de achterkant van het volledige lichaamsharnas bevindt. Zorg ervoor
dat de verbindingen qua grootte, vorm en sterkte bij elkaar passen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de
lichaamsondersteuning voor meer informatie over het bevestigen.
4.4
VERBINDEN MET DE LIJNKLEM: Gebruik een karabiner om rechtstreeks met de lijnklem te verbinden, zorg ervoor
dat de karabiner de werking van de lijnklem niet hindert. Karabiners moeten van het zelfsluitende/zelfvergrendelende
type zijn. Zorg ervoor dat de verbindingen qua grootte, vorm en sterkte bij elkaar passen. Zorg ervoor dat de
connector die op de lijnklem is bevestigd, de hendel vrij laat ronddraaien en de werking van de lijnklem niet hindert.
176

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

500900450090055009006

Tabla de contenido