Hach AS950 Manual Del Usuario página 196

Optie
Basisinstellingen
AC-frequentie
Always On (altijd aan) Stelt in dat de sensor continu blijft werken of dat deze alleen werk tijdens
Optie
Basisinstellingen
Sensortype
Bezinksel
Level Offset (offset peil)
(optioneel)
Adjust Level (peil afstellen)
Flow Settings (flowinstellingen)
Apparaat
Application Settings (instellingen toepassing)
Filtergrootte
Reject High (hoog afwijzen)
Reject Low (laag afwijzen)
Number of Holds (aantal
vastgehouden waarden)
196 Nederlands
Tabel 4 Configuratieopties—pH-sensor
Beschrijving
Selecteert de frequentie van de stroomkabel om de beste
ruisonderdrukking te krijgen. Opties: 50 of 60 Hz (standaard).
het gegevensregistratie-interval voor de sensor. Opties: Ingeschakeld
(standaard) of Uitgeschakeld. Selecteer Disable (uitschakelen) om de
levensduur van de accu te vergroten.
Tabel 5 Configuratieopties—US900X-ultrasoonsensor
Beschrijving
Selecteert het sensortype. Opties: Downlooking (omlaag gericht)
of In-Pipe (in de leiding).
Voert de hoeveelheid bezinksel in die op de bodem van het
kanaal aanwezig is. Opties: 0,00 tot 0,30 m (0,00 tot 12,00 inch).
Voert het verschil in tussen het gemeten peil en het werkelijke
peil. Opties: –0,61 tot 0,61 m (–24,00 tot 24,00 inch). Gebruik
Level Offset (offset peil) om een offsetfout te corrigeren zonder
een kalibratie te hoeven uitvoeren.
Voert een afstandsmeting uit ten behoeve van een peilafstelling.
Selecteert het primaire apparaat. Voert de specificaties van het
apparaat in.
Raadpleeg de uitgebreide gebruikershandleiding op de website
van de fabrikant voor aanvullende informatie.
Selecteert het aantal metingen dat door de sampler wordt
uitgevoerd en neemt het gemiddelde voor één gegevenspunt.
Opties: 1 tot 50 (standaard: 16).
Selecteert het aantal hoogste waarden dat wordt afgewezen.
Opties: 0 tot 49 (standaard: 4).
Bijvoorbeeld: als de filtergrootte 16 is en de waarden voor hoog
afwijzen en laag afwijzen 4 zijn, zal de sensor 16 metingen
verzamelen en de hoogste 4 en de laagste 4 metingen afwijzen.
De andere 8 waarden worden gebruikt om het gemiddelde
gegevenspunt van het peil te berekenen.
Selecteert het aantal laagste waarden dat wordt afgewezen.
Opties: 1 tot 49 (standaard: 4).
Selecteert het aantal keer dat het laatst vastgelegde
gegevenspunt wordt opgeslagen in het logboek als er een
mislukte meting plaatsvindt door verlies van echo. Opties: 0 tot
15 (standaard: 4).
Als het aantal holds bijvoorbeeld 5 is, vervangt het laatste
gegevenspunt de volgende mislukte metingen vijf keer of totdat er
een succesvolle meting plaatsvindt.