7. R-64ST Dutch CkBk 23/04/2001 11:28 Page 102
GEEN
METAALLAAGJE,
met metalen onderdelen of ingesloten metaal, zoals
bijv. met schroeven, banden of grepen gebruiken.
volgende test uit: Het serviesgoed in het toestel plaatsen.
Een glazen kom met 150 ml. water op of naast het
serviesgoed plaatsen. Het toestel één tot twee minuten op
100 P vermogen laten lopen. Als het serviesgoed koel of
handwarm blijft, is het geschikt. Deze test niet bij plastic
servies uitvoeren. Het zou kunnen smelten.
GRILLFUNKTIE
Bij het grillen kunt u alle hittebestendige schalen - van
porselein, aardewerk, glas of metaal -gebruiken die
geschikt zijn voor een konventionele grill.
Schalen dienen geschikt te zijn voor een
magnetronoven èn hittebestendig indien u zowel de
magnetron als de grillfunktie gebruikt voor het
bereiden van een gerecht. (zie kookboek) Vuurvast
glas en aardewerken bakjes zijn in dit geval geschikt.
VOORDAT U BEGINT ...
Om het gebruik van de magnetron zo gemakkelijk
mogelijk te maken, hebben wij hieronder de
belangrijkste aanwijzingen en tips voor u
samengevat: Zet u uw toestel alleen aan, wanneer er
zich gerechten in de kookruimte bevinden.
HET INSTELLEN VAN DE TIJDEN
De ontdooi-, verwarmings- en kooktijden zijn over
het algemeen aanzienlijk korter dan bij een
conventioneel fornuis of oven. Houdt u zich daarom
aan de in dit kookboek aanbevolen tijden. U kunt de
tijden beter korter instellen dan langer. Controleer
uw gerecht na het koken. Het is beter achteraf kort
even bij te koken dan iets te gaar te laten worden.
BEGINTEMPERATUUR
De ontdooi-, opwarmings- en kooktijden zijn
afhankelijk van de begintemperatuur van de
gerechten. Bevroren en in de koelkast bewaarde
gerechten vereisen bijv. een langere verwarming
dan produkten op kamertemperatuur.
Voor het opwarmen en koken van gerechten wordt
uitgegaan van normale bewaartemperaturen
(koelkasttemperatuur bij benadering. 5 o C,
kamertemperatuur bij benadering 20 o C). Voor het
ontdooien van gerechten wordt uitgegaan van een
diepvriestemperatuur van -18 o C.
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
GESCHIKTE SCHALEN, TIPS EN ADVIES
SERVIESGOED
MET
GESCHIKTHEIDSTEST VOOR
SERVIESGOED
Als u niet zeker weet, of uw serviesgoed
geschikt is voor de magnetron, voert u de
ALLE VERMELDE TIJDEN
EEN
in dit kookboek zijn richtlijnen, die naargelang de
begintemperatuur,
hoedanigheid (water-, vetgehalte etc.) van het
voedsel kunnen variëren.
KOOKTIJDBEPALING MET DE
VOEDSELTHERMOMETER
Elke drank en elk gerecht heeft na het einde van de
kookprocedure een bepaalde binnentemperatuur,
waardoor met koken kan worden gestopt en het
resultaat goed is. De binnentemperatuur kunt u met
een voedselthermometer vaststellen. In de
temperatuurtabel staan de belangrijkste temperaturen
vermeld.
Drank/gerecht
Dranken verwarmen
(koffie, thee, water enz)
Melk verwarmen
Soep verwarmen
Stamppotten
verwarmen
Gevogelte
Lamsvlees
roze gebraden
doorgebraden
Rundvlees
licht aangebraden
(rare)
half doorgebraden
(medium)
goed doorgebraden
(well done)
Varkens-, kalfsvlees
TOEVOEGING VAN WATER
Groenten en andere gerechten die veel water
bevatten, kunnen in het eigen sap of met
toevoeging van een weinig water worden gekookt.
Daardoor blijven vele vitaminen en mineralen in
het voedsel behouden.
VOEDSEL MET VEL OF SCHIL
zoals worstjes, kip, kippenpootjes, ongeschilde
aardappelen, tomaten, appels, eigeel en dergelijke
met een vork of een houten staafje doorprikken.
Daardoor kan de ontstane stoom ontsnappen, zonder
dat het vel of de schil barst.
102
het
gewicht
en
de
Binnentemperatuur Binnentemperatuur
aan het einde van
na 10 tot 15 min.
de kooktijd
standtijd
65-75 o C
75-80 o C
75-80 o C
75-80 o C
80-85 o C
85-90 o C
70 o C
70-75 o C
75-80 o C
80-85 o C
50-55 o C
55-60 o C
60-65 o C
65-70 o C
75-80 o C
80-85 o C
80-85 o C
80-85 o C