Dräger Polytron 6100 EC WL Instrucciones De Uso página 170

nl |
Kalibratie
10 Kalibratie
Bij het kalibreren wordt die meetnauwkeurigheid van de sensor met een
bekende testgasconcentratie gecontroleerd en ingesteld. Eerst wordt het
nulpunt en daarna de gevoeligheid van de sensor gekalibreerd. De lengte van
de kalibratie-intervallen hangt af van de betreffende regionale normatieve
vereisten.
Om een onberispelijke werking te waarborgen de gevoeligheid nooit instellen,
voordat het nulpunt is ingesteld. Worden deze procedures in de verkeerde
volgorde uitgevoerd, is de kalibratie foutief.
WAARSCHUWING
Foutieve kalibratie!
Een foutieve kalibratie kan leiden tot onnauwkeurige meetwaarden.
► Na een sensorwissel alle instellingen en parameters controleren.
► Een nieuw geïnstalleerde sensor met meetgas testen, om een correcte
werking te waarborgen.
10.1 Testgassen
Informatie over het testgas vindt u op het betreffende datasheet van de sensor.
Nulgas
Het nulgas is een testgas dat wordt gebruikt om de nulwaarde in te stellen. Het
nulgas bestaat meestal uit synthetische lucht of omgevingslucht.
De omgevingslucht kan als nulgas worden gebruikt als deze geen sporen bevat
van
– meetgas of
– gassen waarvoor de sensor kruisgevoeligheden heeft (zie de informatie op
het datasheet van de sensor).
Voor O -sensors wordt stikstof (N
2 2
Meetgas
Het meetgas is een testgas dat wordt gebruikt om de gevoeligheid van de
sensor aan te passen tijdens een gevoeligheidskalibratie.
170
) gebruikt.
Gebruiksaanwijzing
10.2 Testgastoevoer voorbereiden
Voorwaarde:
– Inloopfase van de sensor is voltooid (zie "Inbedrijfstelling", pagina 168).
– Datum en tijd zijn correct ingesteld (controle met PolySoft).
WAARSCHUWING
Gezondheidsrisico door het testgas
Het inhaleren van testgas kan een gezondheidsrisico vormen of de dood tot
gevolg hebben.
► Inhaleer geen testgas.
► Neem de risico's en de veiligheidsinformatie met betrekking tot het testgas
in acht (Raadpleeg de gegevensbladen en de op de kalibratie-instrumenten
aangebrachte instructies).
VOORZICHTIG
Valse alarmen activeren door testgas
Het gebruikte testgas kan alarmen activeren.
► Zie erop toe dat het testgas na kalibratie niet opnieuw wordt gebruikt.
Hulpmiddelen:
– Testgascilinder en drukregelaar, bij corrosieve gassen met RVS
drukregelaar
– Kalibratie-adapter met slangtules (bestel-nr. 68 10 536)
– Slang, overeenkomstig de gaseigenschap (bijv. FKM-slang bestel-
nr. 12 03 150)
Testgastoevoer voorbereiden:
1. Kalibratie-adapter (afb. G 2) en testgascilinder (afb. G 4) met slang (afb.
G 3) verbinden.
2. Sluit voor het afvoeren van het testgas een slang aan op de tweede
aansluiting van de kalibratie-adapter.
3. Kalibratie-adapter op de sensor (afb. G 1) steken.
®
|
Dräger Polytron 6100 EC WL, Dräger Polytron
®
Repeater ISA