Gebruiksvoorschriften; Voor Elk Gebruik - GGP ITALY SV150 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 43
4
NL

5. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN

5.1

VOOR ELK GEBRUIK

Voor elk gebruik van de motor worden een aantal
controles uitgevoerd om borg te staan voor de
regelmatige werking.
5.1.1
Controle oliepeil
Wat het te gebruiken type olie gebruikt, gelieve de
aanwijzingen in het relatief hoofdstuk te raadplegen
(zie 8.1).
a) Zet de machine op een effen ondergrond.
b) Reinig de zone rond de vuldop.
c) Draai de dop (1) los, reinig het uiteinde van de
peilstok (2) en breng hem weer aan door hem
volledig vast te schroeven.
d) Schroef de dop met de peilstok weer los en
controleer of het niveau van de olie tussen
"MIN" en "MAX" ligt.
e) Vul zo nodig bij met olie van hetzelfde type, tot
aan het opschrift "MAX", en let erop dat geen
olie naast de vulopening gegoten wordt.
f) Schroef de dop (1) weer vast en verwijder elk
spoor van eventueel gemorste olie.
5.1.2
Controle luchtfilter
De doelmatigheid van de luchtfilter is van essenti-
eel belang voor de correcte werking van de moor;
start de motor niet wanneer het filterelement ont-
breekt of stuk is.
a) Reinig de zone rond het deksel (1) van de filter.
b) Verwijder het deksel (1) door het achterste lipje
(2) los te haken; controleer de staat van het fil-
terelement (3 - 3a), dat onbeschadigd, schoon
en perfect doeltreffend moet zijn; is dit niet het
geval, dan moet het onderhouden of vervangen
worden (zie 6.5).
c) Hermonteer het deksel (1).
5.1.3
Bijvullen brandstof
De eigenschappen van de brandstof worden weer-
gegeven in het relatief hoofdstuk (zie 8.1).
Het bijvullen gebeurd wanneer de motor koud is.
a) Zet de machine op een vlakke ondergrond.
b) Reinig de zone rond de vuldop (1).
c) Schroef de dop (1) los.
d) Met behulp van een schone trechter (2) benzine
bijvullen tot ongeveer 5 mm van de rand van de
binnenlip (3) van de vulopening. Zorg ervoor dat
geen benzine gemorst wordt.
All manuals and user guides at all-guides.com
e) Herplaats de dop (1) en schroef hem volledig
vast. Verwijder elk eventueel spoor van gemor-
ste benzine.
5.1.4
Kapje bougie
Maak het kapje(1) van de kabel stevig vast aan de
bougie (2) en let erop dat er geen resten gras of vuil
achterblijven in het kapje zelf en op het uiteinde van
de bougie.
5.2
STARTEN VAN DEMOTOR (koude start)
De motor wordt altijd gestart met de tractie van de
grasmaaier (indien voorzien) uitgeschakeld.
a) Zet de versnellingshendel (1) van de grasmaaier
in de stand "CHOKE".
b) Zet de hendel van de motorrem (2) tegen de
handgreep, zoals aangegeven in de instructies
van de grasmaaier.
c) Neem de knop (3) van het starttouw vast en trek
langzaam tot u een zekere weerstand gewaar-
wordt en geef dan een stevige ruk aan het start-
touw.
d) Wanneer de motor gestart is, het starttouw los-
laten.
e) Na enkele seconden, de versnellingshendel (1)
van de stand "CHOKE" in de stand "FAST" of
"SLOW" brengen.
OPMERKING
Indien
onmiddellijk start, herhaal de procedure vanaf
punt b).
OPMERKING
Indien de motor start maar
niet blijft draaien, herhaal de hele procedure met
de versnellingshendel in de stand "FAST".
5.3
STARTEN VAN DEMOTOR (warme start)
•) Volg de hele procedure aangewezen voor de
start bij koude motor, met de versnellingshendel
(1) in de stand "FAST".
5.4
GEBRUIK VAN DE MOTOR TIJDENS HET
WERK
Om het gras te maaien is het noodzakelijk dat het
maximaal toerental benut wordt door de versnel-
lingshendel in de stand "FAST" te zetten.
LET OP!
!
Houd de handen uit de
buurt van de geluidsdemper van het afvoerka-
naal en de omgevende zones, omdat die heet
kunnen worden. Wanneer de motor loopt, los-
hangende kledingstukken houden (das, fou-
de
motor
niet

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

M150

Tabla de contenido