NL
Accu opladen
WAARSCHUWING!
Lekkende elektrolytvloeistof ook uit een
verzegelde accu
Verwondings- en brandgevaar
Voorkom kantelen van de accu
Laad de accu vóór de eerste ingebruikneming
met een 12-volt-acculader (maximale laadstroom
6 ampère) een tot twee uur op.
Trek na het laden eerst de netstekker van het
laadapparaat eruit.
Klem vervolgens de accu af (zie ook de gebruiks-
handleiding van het laadapparaat).
Let op!
Volg de aanwijzingen in de gebruikshandleiding
van het laadapparaat op.
Bedieningselementen
1 Gaspedaal voor vooruitrijden
2 Gaspedaal voor achteruitrijden
3 Spanhendel voor stuurkolom
4 Hendel voor het instellen van de maaihoogte
5 Gashendel/choke*
6 Choke*
7 Combi-display*
8 PTO-schakelaar
9 Contactslot*
10 Benzinekraan
11 Brandstoftank
12 Tankinhoudsaanduiding*
13 Transmissie ontgrendelingshendel
14 Aanhangkoppeling*
15 Bekerhouder
16 Stoelverstellingshendel*
17 Stuurwiel
18 Schakelaar voor parkeerrem/ cruise control
19 Rempedaal
(* afhankelijk van model)
78
Ingebruikneming
Vóór elk gebruik
Het volgende controleren:
alle veiligheidsvoorzieningen
het oliepeil van de motor (zie motorhandboek)
de inhoud van de tank
de bandendruk
beplating aan de zijkant, opbouwapparaten, om-
Tanken en oliepeil controleren
Opmerking
De motor is in de fabriek reeds met olie
gevuld – s.v.p. controleren, indien nodig
bijvullen.
Tank loodvrije benzine.
Vul de brandstoftank hoogstens tot 2 cm onder de
onderrand van de vulopening.
Sluit de brandstoftank vast af.
Controleer het oliepeil. Het oliepeil moet tussen de
markeringen „Full/Max." en „Add/Min." liggen (zie
ook motorhandboek).
Bandenspanning controleren
Controleer de bandenspanning van alle wielen en
corrigeer indien nodig (max. bandendruk zie het
opschrift op de banden).
Bestuurdersstoel instellen
van uitvoering en model)
Opmerking
Afhankelijk van uitvoering beschikt het ap-
paraat over een instelbare bestuurdersstoel
met ingebouwde aanwezigheidssensor.
Lengterichting verstellen
Neem plaats op de bestuurdersstoel.
Druk de verstelhendel naar links en houd deze
vast
.
Breng de bestuurdersstoel in de gewenste po-
sitie
en laat de verstelhendel los
Bij het loslaten van de verstelhendel opletten
of de stoel goed is vastgeklikt.
Armleuningen instellen
Doe de armleuning naar boven
Draai het instelsegment in de gewenste positie
- 0 = laagste positie
- 3 = hoogste positie
Doe de armleuning weer naar beneden.
Bedieningselementen
.
.
:
769-10224B