NL
Let op!
Neem de montagevolgorde bij het los- en
vastmaken van de accuklemmen in acht.
Neem de accu alleen in gebruik met
gemonteerde afdekking van de accupolen
(afhankelijk van de uitvoering als afdekkap aan
de pluspool of als complete beschermende
afdekking van de accu).
Aanwijzing
De accu bevindt zich onder de bestuurders-
stoel.
De accu is gevuld met accuzuur en in de fabriek
verzegeld.
Inbouw
Klem eerst de rode kabel (+/pluspool) vast
Klem daarna de zwarte kabel
(-/minpool) vast
.
Monteer de afdekking van de accupolen
Uitbouw
Demonteer de afdekking van de accupolen
Maak eerst de zwarte kabel (-/ minpool) los.
Maak daarna de rode kabel (+/ pluspool) los.
Accu opladen
WAARSCHUWING!
Lekkende elektrolytvloeistof ook uit een
verzegelde accu
Verwondings- en brandgevaar
Voorkom kantelen van de accu
Laad de accu vóór de eerste ingebruikneming
met een 12-volt-acculader (maximale laadstroom
10 ampère) een tot twee uur op.
Trek na het laden eerst de netstekker van het
laadapparaat eruit.
Klem vervolgens de accu af (zie ook de gebruiks-
handleiding van het laadapparaat).
Let op!
Volg de aanwijzingen in de gebruikshandleiding
van het laadapparaat op.
74
Bedieningselementen
Overzicht
A Pedaal voor het snijwerhefmechanisme
B Klemschroef voor afstelling rijstuurhendel
C Rechter rijstuurhendel
D Gashendel / choke *
E Contactslot
F Choke *
G PTO-schakelaar
H Combi-display *
I Bekerhouder / opbergvak
J Ontgrendelingshendel van de koppeling
K Aanhangkoppeling *
L Brandstoftank
M Bestuurdersstoel
N Hoogteverstelknop voor snijwerhefmechanisme
.
O Linker rijstuurhendel
P Koplampen *
.
(* afhankelijk van model)
Vóór elk gebruik
Het volgende controleren:
• alle beschermingsvoorzieningen / veiligheidsin-
richtingen
• het oliepeil van de motor (zie motorhandboek)
• de inhoud van de tank
• de bandendruk
• beplating aan de zijkant, opbouwapparaten, om-
Tanken en oliepeil controleren
Aanwijzing
De motor is in de fabriek reeds met olie
gevuld – s.v.p. controleren, indien nodig
bijvullen.
Tank loodvrije benzine.
Vul de brandstoftank hoogstens tot 2 cm onder de
onderrand van de vulopening.
Sluit de brandstoftank vast af.
Controleer het oliepeil. Het oliepeil moet tussen de
markeringen „Full/Max." en „Add/Min." liggen (zie
ook motorhandboek).
Bandenspanning controleren
Controleer de bandenspanning van alle wielen en
corrigeer indien nodig (max. bandendruk zie het
opschrift op de banden).
Bedieningselementen
Ingebruikneming