Apparaat-elementen
Afbeelding zie omslagpagina
1 Aftapslang
2 Vloeistofreservoir
3 Schuifbeugel
4 Zuigslangaansluiting
5 Keerplaat
6 Netkabel
7 Apparaatschakelaar
8 Hefpunt / hefoog
9 Weergave-instrument
10 Vergrendeling zuigkop
11 Fijnstoffilter
12 Hendel verzamelreservoir laten zakken
13 Accessoireshouder
14 Zwenkwieltjes met parkeerrem
Inbedrijfstelling
Afbeelding zie omslagpagina
Het apparaat in de werkpositie bren-
gen, indien nodig met parkeerrem zeke-
ren.
Vergewis u ervan dat de zuigkop vol-
gens de voorschriften is aangebracht.
Afbeelding
Zuigslang in de zuigslangaansluiting
stoppen.
Gewenste toebehoren op de zuigslang
steken.
Bediening
Afbeelding zie omslagpagina
Netstekker in het stopcontact steken.
Afbeelding
Het apparaat met de hoofdschakelaar
inschakelen
Start het zuigproces.
Instructie: Dompel de toebehoren bij het
opzuigen van vloeistoffen maar half onder
om voldoende lucht mee te transporteren.
Weergaveinstrument
Op het weergave-instrument kan de opge-
werkte onderdruk afgelezen worden.
Reinig of vervang de filter bij een onder-
druk lager dan 100 mbar
(zie hoofdstuk „Fijnstoffilter vervangen").
Niveau-indicatie controleren
Instructie: De rode markering op de aftap-
slang geeft het maximale vulniveau weer.
Vloeistofreservoir leegmaken
Apparaat uitschakelen en van het
stroomnet scheiden.
Afbeelding
Laat het vloeistofreservoir met de hen-
dels zakken.
Trek het vloeistofreservoir aan de duw-
beugel uit het apparaat.
Instructie: Verplaats het verzamelreser-
voir op de loopwielen en niet met een vork-
heftruck of kraan.
Afbeelding
NL
– 3
33