Onderhoud En Service; Storingen Oplossen - BWT Water + more XL Instrucciones De Montaje Y Manejo

7 Onderhoud en service

Elk technisch apparaat moet regelmatig worden onderhouden om zonder problemen te
blijven werken.
I
VOORZICHTIG!
Drinkwater is een levensmiddel
Controle op lekkage
Controle van de drukslangen
Gebruikspauze
Vervangen filterpatroon
Replace filter head
Vervangen drukslangen
f Wanneer de vervangingsintervallen voor het filter niet worden aangehouden, kan dit tot
schade aan de gekoppelde verbruikers leiden.
f Wanneer de filterkop of de slangen niet worden vervangen, kan dit tot materiële schade leiden.

8 Storingen oplossen

Storing
Geen levering van
gefilterd water mogelijk
Geringe waterdoorlaat
Aquastop in de filterkop
lekt terwijl filterpatroon is
gedemonteerd
Schroefverbinding lekt
Luchtbellen
Hygiënische zorgvuldigheid bij het hanteren van het filtersys-
teem moet vanzelfsprekend zijn. Reinig de buitenkant van
het filtersysteem regelmatig met een vochtige doek en werk
schoon bij het vervangen van de filterpatroon. Vermijd het
gebruik van bijtende chemicaliën en sterke reinigingsmiddelen.
Dagelijks
Regelmatig controleren op knikken en beknelling.
Geknikte slangen moeten worden vervangen.
Na een gebruikspauze van meer dan twee dagen moet
de filterpatroon met ten minste 4-5 liter water worden
gespoeld.
Na uiterlijk 12 maanden (ongeacht de restcapaciteit);
na een stilstand van 4 weken of langer.
Na 5 jaar, uiterlijk na 10 jaar.
Na 5 jaar.
Oorzaak
Watertoevoer of andere
afsluitkleppen gesloten
Filter niet helemaal in
de filterkop gedraaid
Filterkop verkeerd
gemonteerd
Systeemdruk is te laag
Afzetting van vreemde
deeltjes in de Aquastop
Afdichting defect
Niet volledig ontlucht
Oplossing
Afsluitkleppen controleren
en evt. openen
Filter een halve slag uit- en weer tot de aanslag
indraaien (zie hoofdstuk 6.6)
Doorstroomrichting – pijlrichting
op de filterkop controleren en evt.
omkeren (zie hoofdstuk 6.4.2)
Systeemdruk controleren (zie hoofdstuk 6.2)
Systeem met gemonteerd filter
spoelen (zie hoofdstuk 6.6)
Afdichting controleren en, indien nodig, een
nieuwe afdichting aanbrengen
Opnieuw ontluchten (zie hoofdstuk 6.6)
59