St. Jude Medical Wi-Box AO Instrucciones De Uso página 200

Richtlijnen en Verklaring van de Fabrikant – Elektromagnetische
emissies
De Wi-Box™ AO-zender is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving die hieronder
wordt aangegeven. De cliënt of de gebruiker van dit apparaat dient ervoor te zorgen dat het
apparaat zich in een dergelijke omgeving bevindt.
Tabel 8. Richtlijn en Verklaring van de Fabrikant – Elektromagnetische emissies
Emissietest
RF-emissies
CISPR 11
RF-emissies
CISPR 11
Emissies van
harmonischen
IEC 61000-3-2
Spanningsschommelingen/
flikkering
IEC 61000-3-3
Richtlijnen en Verklaring van de Fabrikant – Elektromagnetische
immuniteit
De Wi-Box™ AO-zender is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving die hieronder
wordt aangegeven. De cliënt of de gebruiker van dit apparaat dient ervoor te zorgen dat het
apparaat zich in een dergelijke omgeving bevindt.
Tabel 9. Richtlijn en Verklaring van de Fabrikant – Elektromagnetische immuniteit
Immuniteitstest
Elektrostatische
ontlading (ESD)
IEC 61000-4-2
Snelle elektrische
transiënten/lawines
IEC 61000-4-4
Overspanning
IEC 61000-4-5
Naleving van Elektromagnetische omgeving - Richtlijn
voorschriften
Dit apparaat gebruikt RF-energie uitsluitend voor zijn
Groep 1
interne functies. De RF-straling is daardoor zeer laag en
het is niet waarschijnlijk dat deze interferentie
veroorzaakt met elektrische apparatuur in de buurt.
Klasse B Dit apparaat is geschikt voor gebruik in alle instellingen,
waaronder instellingen met een woonfunctie en
instellingen die rechtstreeks aangesloten zijn op een
Klasse A
openbaar laagspanningsnetwerk dat gebouwen met een
woonfunctie van stroom voorziet.
Conform
IEC 60601
testniveau
±6 kV contact
±8 kV lucht
±2 kV voor
voedingskabels
±1 kV voor ingangs-/
uitgangskabels
±1 kV differentiële
modus
±2 kV
gemeenschappelijke
modus
Nalevingsniveau
±6 kV contact
±8 kV lucht
±2 kV voor
voedingskabels
n.v.t. voor ingangs-/
uitgangskabels
±1 kV differentiële
modus
n.v.t. voor
gemeenschappelijke
modus
196
Elektromagnetische
omgeving - Richtlijn
Vloeren moeten van hout,
beton of keramiektegels zijn.
Als vloeren bedekt zijn met
synthetisch materiaal, moet de
relatieve vochtigheid minstens
30% bedragen.
De kwaliteit van de netvoeding
dient die te zijn van een
gebruikelijke zakelijke of
ziekenhuisomgeving.
De kwaliteit van de netvoeding
dient die te zijn van een
gebruikelijke zakelijke of
ziekenhuisomgeving.