PROBLEMEN OPLOSSEN
Alvorens om reparatie te vragen, voert u eerst uw eigen inspectie uit. Als u een probleem ondervindt dat niet wordt beschreven in deze gebruiks-
aanwijzing, mag u niet proberen het gereedschap te demonteren. In plaats daarvan vraagt u een erkend Dolmar/Makita-servicecentrum dat altijd
Dolmar/Makita-vervangingsonderdelen gebruikt, om het gereedschap te repareren.
Probleemomschrijving
De motor start niet.
Motor stopt snel.
Motortoerental neemt niet toe.
Gasklep keert niet terug naar stationair
toerental.
De motor stopt niet.
Laat de motor stationair draaien en zet de
chokehendel in de gesloten stand.
Waarschijnlijke oorzaak (storing)
Opvoerpomp is niet gebruikt.
Trekstarthandgreep te langzaam uitgetrokken.
Onvoldoende brandstof.
Brandstoffilter verstopt.
Brandstofslang geknikt.
Brandstof verslechterd.
Buitensporig veel brandstof aangezogen.
Bougiekap is losgeraakt.
Bougie vervuild.
Onjuiste elektrodeafstand van bougie.
Andere probleem met de bougie.
Probleem met de carburateur.
Trekstarthandgreep kan niet worden uitgetrokken. Vraag ons erkende servicecentrum om dit te inspecteren en te
Probleem met inwendige onderdelen van motor.
Onvoldoende opgewarmd.
Chokehendel staat in de gesloten stand terwijl de
motor al warm is.
Brandstoffilter verstopt.
Vervuild of verstopt luchtfilter.
Bedieningskabel is losgeraakt.
Probleem met inwendige onderdelen van motor.
Verkeerde stand van gasklep.
Losgeraakte aansluitstekker.
Probleem met het elektrisch systeem.
85 NEDERLANDS
Oplossing
Druk 7 tot 10 keer.
Trek hard.
Vul brandstof bij.
Reinig het brandstoffilter.
Haal de knik uit de brandstofslang.
Verslechterde brandstof maakt de motor moeilijker te starten.
Vervang door nieuwe. (Aanbevolen vervangingstijd: 1 maand)
Zet de gashendel van gemiddeld naar hoog toerental en trek aan
de trekstarthandgreep totdat de motor start. Als de motor nog
steeds niet start, verwijdert u de bougie, droogt u de elektroden
en brengt u de bougie weer op zijn plaats aan. Start daarna vol-
gens de instructies.
Maak stevig vast.
Reinig de bougie.
Stel de elektrodeafstand af.
Vervang de bougie.
Vraag ons erkende servicecentrum om dit te inspecteren en te
repareren.
repareren.
Vraag ons erkende servicecentrum om dit te inspecteren en te
repareren.
Laat de motor goed warmdraaien.
Zet in de geopende stand.
Reinig het brandstoffilter.
Reinig het luchtfilter.
Bevestig de bedieningskabel stevig.
Vraag ons erkende servicecentrum om dit te inspecteren en te
repareren.
Verander de positie van de bedieningskabel.
Pas de stand van de gasklep aan door de kabelafstelbout te
draaien.
Bevestig de aansluitstekker stevig.
Vraag ons erkende servicecentrum om dit te inspecteren en te
repareren.