2.3 Connectorlocatie (DLC) Datalink-connector
De DLC-connector is een gestandaardiseerde stekker met 16 pinnen die de
interface vormt tussen het voertuig en het diagnoseapparaat. De connector
bevindt zich gewoonlijk in de buurt van de plaats van de bestuurder: onder
een klepje op de middenconsole of onder de asbak, onder het stuur, in de
buurt van de hendel voor het openen van de koffer...
Als u de connector niet kunt vinden, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing
van het voertuig.
2.4 OBD II-definities
PCM: controle van de aandrijflijn; een aanduiding voor de elektronische
motorbesturingsunit.
Indicator motorstoring (MIL + picto). Deze indicator waarschuwt de
bestuurder of monteur dat er een probleem is met minstens een van de
systemen van het voertuig. Als de MIL-indicator continu brandt dan wijst dit
op een gedetecteerd probleem en dan moet het voertuig zo snel mogelijk
worden hersteld.
In sommige gevallen knippert de MIL-indicator. Dit wijst op een ernstig
probleem en het knippersignaal moet het gebruik van het voertuig
ontmoedigen.
Het is niet mogelijk de MIL-indicator uit te schakelen voordat de noodzakeli-
jke herstellingen zijn uitgevoerd.
De indicator kan niet worden uitgeschakeld door het OBD-systeem van het
voertuig of door een extern OBD-systeem tot de oorzaak van het probleem
is hersteld.
DTC (Data Trouble Code) diagnostiek van foutcodes. Identificeert de
emissiesystemen (opgelet: BMW: DTC = traction control).
NL
Centre du
Angle gauche
tableau de bord
du tableau de bord
22
Derrière le
cendrier