MSA ALTAIR 4 Manual De Instrucciones página 646

BESCHRIJVING
• verschijnt en knippert
pictogram
alarm)
• ontstaat een alarmtoestand.
2.6 Controle op zuurstofconcentratie
Het instrument bewaakt de zuurstofconcentratie in de omgevingslucht . De
instelbare alarmpunten kunnen zo worden ingesteld dat deze bij twee ver-
schillende condities worden geactiveerd:
• Verrijkt - zuurstofconcentratie > 20,8% of
• Onvoldoende - zuurstofconcentratie < 19,5%.
Terwijl het instrument tot 25% zuurstof in de omgevingslucht kan
detecteren, is het gebruik goedgekeurd tot slechts 21% zuurstof.
Attentie!
Indien een alarm wordt geactiveerd terwijl het instrument wordt
gebruikt, moet u het gebied onmiddellijk verlaten.
Een verblijf op de locatie onder zulke omstandigheden kan
ernstig persoonlijk letsel veroorzaken of dodelijk zijn.
Wanneer de ingestelde alarmdrempel wordt bereikt voor één van de twee
hierboven vermelde omstandigheden:
klinkt een alarm
•
knipperen alarm-LED's
•
wordt een trilalarm geactiveerd
•
verschijnt en knippert op het instrument het alarmpictogram
•
met het minimumpictogram
pictogram
zuurstofconcentratie.
Het LOW-alarm (zuurstof onvoldoende) is vasthoudend en zal niet
automatisch worden gereset wanneer de O
het ingestelde minimumpunt komt. Druk op de [
alarm te resetten. Als de alarmconditie nog bestaat, zal door de [
] knop het alarm slechts 5 seconden onhoorbaar worden.
Door wijzigingen van de barometerdruk (hoogte boven NAP) of
extreme veranderingen van de omgevingstemperatuur kan een
vals zuurstofalarm optreden.
Voer in dat geval een zuurstofkalibratie bij de betreffende tem-
eratuur en gebruikte druk uit. Zorg ervoor dat het instrument zich
in schone lucht bevindt voordat u een kalibratie uitvoert.
20
ALTAIR 4 - bedieningshandleiding 10088160/00 Y-HLR
het alarmpictogram, met het minimum-
(LOW alarm) of het maximumpictogram
(alarm "Verrijkt") of het maximum-
(alarm "Onvoldoende") samen met de bijbehorende
(HIGH
-concentratie boven
2
] knop om het
MSA
,
NL