Periodieke regelingen en onderhoud
No.
◙
9
10
◙
11
◙
12
◙
13
◙
14
◙
15
◙
NL
16
◙
6
Component
Controles of intervallen
Controle
Glijblokjes
distributieketting
Vervangen
Controle
Spanner
distributieketting
Vervangen
Controle/Vervangen
Bougies
Spanning controleren
Overbrengings-
Controleer of achterwiel
goed is uitgelijnd Reinigen
ketting
en smeren
Controle/Smeren
Kroonwiel
Controle/Vervangen
Kleinste tandwiel
Stopkrans
Controleren of de buizen niet
gebarsten of beschadigd zijn
Buizen
brandstofleiding
Vervang indien nodig
Controle/Bijvullen
Remvloeistof
Vervangen
1°
2°
km x 1.000
0
1
7
mi x 1.000
0
0.6
4.4
Bij elke vervanging van de distributiekettingspanner
Staat controleren, reinigen en afstand tussen elektroden regelen
I
I
I
Om de 500 km en telkens als de motor wordt gewassen of als de motor in de regen heeft gereden
I
I
Vervangen bij elke vervanging van de overbrengingsketting
I
I
Vervangen bij elke vervanging van de overbrengingsketting
I
I
In elk geval vervangen om de 4 jaar
I
I
I
In elk geval vervangen om de 2 jaar
6 - 4
Frequentie
3°
4°
5°
13
19
25
8.0
11.5
15.5
I
I
Elke 48.000 km
R
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I