De motor reinigen en stallen
kunnen veroorzaken. Sommige
producten voor plastic kunnen
krassen achterlaten op het wind-
scherm. Probeer het product uit
op een verborgen plekje van het
windscherm om te controleren of
het geen sporen achterlaat. Als er
krassen op het windscherm ko-
men, gebruikt u een goed polijst-
middel voor plastic na het wassen.
Na een normaal gebruik
Vuil verwijderen met warm water, een
neutraal wasmiddel en een zachte en
schone spons en dan overvloedig afspo-
elen met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of een bor-
stel voor flessen voor moeilijk bereikbare
onderdelen. Hardnekkig vuil en insecten
verwijdert u vlotter als u er enkele minu-
ten voordat u het voertuig wast een natte
doek op legt.
Nadat u in de regen heeft gereden, in de
buurt van de zee of op wegen waarop
zout is gestrooid
Omdat zeezout en zout dat op de weg
NL
wordt gestrooid in de winter bijzonder
corrosief is in combinatie met water, gaat
7
u als volgt te werk telkens als u in de re-
gen, aan zee of op wegen met winterzout
heeft gereden
NOTA
Strooizout dat in de winter wordt ge-
bruikt, kan tot in de lente blijven liggen.
1. Was de motorfiets met koud water en
een neutraal reinigingsproduct nadat de
motor is afgekoeld.
OPGELET
Gebruik geen warm water dat de corro-
sieve werking van zout nog -versterkt.
2. Spuit anticorrosiespray op alle metalen
delen, inclusief de verchroomde en ver-
nikkelde, om corrosie te voorkomen.
Na het wassen
1. Droog de motor met een zeemvel of
een absorberende doek.
2. Droog en smeer onmiddellijk de over-
brengingsketting om roest te voorkomen.
3. Boen de verchroomde, aluminium of ro-
estvast stalen delen met een specifiek da-
arvoor boenmiddel, ook de uitlaat. (Met
deze behandeling kunnen zelfs door de
hitte verkleurde delen op de uitlaten van
roestvast staal worden verwijderd.)
4. Om corrosie te voorkomen raden wij
aan een beschermlaagje te spuiten op
alle metalen oppervlakken, inclusief de
7 - 2
verchroomde en vernikkelde.
5. Gebruik sproeiolie als universeel reini-
gingsmiddel om elk ander spoor van vuil
te verwijderen.
6. Werk kleine, door steentjes enz. bescha-
digde plekjes bij met lak.
7. Doe was op alle gelakte oppervlakken.
8. Laat de motorfiets volledig drogen
voordat u hem wegzet of bedekt.
WAARSCHUWING
Vreemde voorwerpen in de remmen of
op de banden kunnen het voertuig uit
evenwicht brengen.
• Controleer of er geen olie of was
op de remmen of banden zit.
• Reinig indien nodig de remschij-
ven en rempakkingen met een rei-
nigingsmiddel voor remschijven
of met aceton en was de banden
met warm water en een neutraal
wasmiddel. Voordat u begint te
rijden met hoge snelheden, pro-
beert u het remvermogen van de
motor uit en hoe de motor zich in
bochten gedraagt.
OPGELET
• Wees zuinig met het aanbrengen
van oliespray en was en veeg het
overtollige product weg.