Instructies voor het vegen
GEVAAR
Verwondingsgevaar door abrupt stoppen
Sta tijdens rij- of reinigingswerkzaamheden niet van de bestuur-
dersstoel op (stoelcontactschakelaar brengt het apparaat abrupt
tot stilstand).
GEVAAR
Verwondingsgevaar door stenen of grind
Let bij een geopende grofvuilklep op personen, dieren of voor-
werpen in de omgeving (rondvliegen stenen of grind zijn gevaar-
lijk).
Voer geen reinigingswerkzaamheden uit als het vuilreservoir is
verwijderd.
VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar door pakbanden of dergelijke
Veeg geen pakbanden, touwen of dergelijke op (beschadiging
van het veegmechanisme).
LET OP
Ontbrekende tractie door verkeerde bandenkeuze
Schakel bij ontbrekende tractie over op luchtbanden (standaard-
banden).
Instructie
Pas de veegsnelheid aan de omstandigheden aan om een opti-
maal reinigingsresultaat te bereiken.
Instructie
Tijdens het achteruitrijden weerklinkt een waarschuwingssignaal.
Instructie
Daalt de batterijspanning van de displayindicatie op een balk,
dan weerklinkt om de 2 minuten een waarschuwingssignaal, in
dit geval de batterijen opladen.
Er blijft ongeveer 15 minuten reinigingstijd over.
Instructie
Vanaf een bepaald tijdstip (batterijspanning) schakelen de vee-
gapparaten uit, batterijen onmiddellijk opladen.
Vegen met veegwals en zijbezems
Rijpedaal
1
Voetpedaal zijbezems (neerlaten/optillen)
2
Klep voor nat vegen
3
Contactsleutel
4
Handmatige filterreiniging
5
Rijrichtingsschakelaar
6
Draaiknop toerental zijbezems
7
Voetpedaal veegwals (neerlaten/optillen)
8
Grofvuilklep
9
1. Voor reinigingswerkzaamheden de rijrichting vooruit kiezen.
2. Veegwals neerlaten, hiervoor voetpedaal naar binnen druk-
ken. De veegwals en de zuigventilator starten.
3. Bij natte of vochtige oppervlakken de klep voor nat vegen ope-
nen.
4. Om langs de rand te reinigen, de zijbezems neerlaten, hier-
voor het voetpedaal naar binnen drukken.
a Afhankelijk van de veegopdracht het toerental van de zijbe-
zems instellen.
b Het toerental van de zijbezems kan met de draaiknop tot het
minimum worden geregeld om het opwaaien van het stof te
minimaliseren.
c De zijbezem loopt alleen bij een ingeschakelde veegwals.
5. Voor het opnemen van grotere voorwerpen (50 mm) de grof-
vuilklep kortstondig openen.
6. Af en toe de stoffilter reinigen, hiervoor handmatige filterreini-
ging meermaals heen en weer bewegen.
Transportrollen
1
Vuilreservoir
2
Sluiting vuilreservoir
3
1. Stoffilter met handmatige filterreiniging reinigen.
2. Sluiting van het vuilreservoir openen.
3. Vuilreservoir uittrekken.
4. Vuilreservoir leegmaken.
Bij het leegmaken van het vuilreservoir erop letten dat de af-
dichtlijst niet wordt beschadigd.
5. Vuilreservoir vooraan optillen en helemaal inschuiven.
6. Controleren of het vuilreservoir is vastgeklikt.
Apparaat stoppen en afzetten
1. Rijpedaal loslaten.
2. Veegwals en zijbezems optillen.
3. Contactsleutel uittrekken.
4. Batterijen laden.
5. Vuilreservoir leegmaken.
6. Apparaat alleen op een effen ondergrond neerzetten (< 2%
helling).
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij het transport rekening met het gewicht van het apparaat.
1. Het apparaat heeft 4 gemarkeerde vastsjorpunten, deze moe-
ten voor het bevestigen van het apparaat worden gebruikt.
2. Bij het transport in voertuigen het apparaat conform de richtlij-
nen tegen wegglijden en omvallen beveiligen.
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het apparaat.
● Dit apparaat mag alleen in binnenruimtes worden opgeslagen.
● De volgende stappen uitvoeren voordat u het product voor lan-
gere tijd opbergt:
1. Het accupack in een laadstand tussen 30% en 50% brengen.
2. Het oplaadapparaat loskoppelen van de batterijstekker.
3. Het accupack in de slaapstand zetten:
a De batterijstekker in het apparaat steken.
Nederlands
Vuilreservoir leegmaken
Vervoer
Opslag
93