Hoofdstuk 5
Afb. 17: De schakelele-
menten op de relaiscon-
trole (EDM) aansluiten
Opmerkingen
530
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden 8010009/TI69/2009-11-26
Elektro-installatie
5.2
Relaiscontrole (EDM)
De relaiscontrole (EDM) controleert of de relais (of andere schakelin-
richtingen) bij het in werking treden van de veiligheidsvoorziening
daadwerkelijk wegvallen. Als de relaiscontrole na een poging tot reset
binnen de 420 ms geen reactie van de schakelapparatuur consta-
teert, dan schakelt zij de schakeluitgangen weer uit.
1 2 3 4
9 10 11 12
OSSD ON
OSSD OFF
RESET
STATUS
UE 401
13 14 15 16
5 6 7 8
U moet de elektrische relaiscontrole realiseren door ervoor te zorgen
dat de beide verbreekcontacten (k1, k2) gedwongen sluiten als de
schakelelementen (K1, K2) door de lichtwegonderbreking hun rustpo-
sitie bereiken. De ingang van de relaiscontrole heeft dan 24 V. Als er
na een lichtwegonderbreking geen 24 V aanwezig is, dan is één van
de schakelelementen defect en zorgt de relaiscontrole ervoor dat de
machine niet opnieuw op gang kan komen. De functie relaiscontrole
(EDM) is bij levering actief.
De relaiscontrole blijft ook behouden nadat het apparaat is
uitgeschakeld en opnieuw wordt ingeschakeld.
Om de relaiscontrole (EDM) te deactiveren, verbindt u pin 3 en 10
van het veiligheids-verwerkingseenheid UE 401 met 24 V.
EDM
OSSD 1
OSSD 2
K1
K2
Bedieningshandleiding
L 4000-systeem
1
k1
2
k2
24 V DC