b.
Het servicecentrum zal het afvoerkanaal sluiten als het defect is verholpen.
4.3 - DIAGNOSE, ALARMEN EN PROBLEMEN
4.3.1 - Storingsdiagnose
Het is heel belangrijk dat de gebruiker problemen of storingen kan herkennen die van
de normale werking van het apparaat afwijken.
De meest voorkomende storingen kan de gebruiker zelf eenvoudig oplossen (zie de
paragraaf 4.3.5: Storingen en oplossingen).
Voor alle andere signaleringen (zie de paragraaf: 4.3.3 - 4.3.4) moet
altijd contact worden opgenomen met de technische assistentie
Elke vorm van garantie vervalt bij elke poging tot reparatie die door
onbevoegd personeel wordt verricht.
4.3.2 - Functionele aspecten die niet als storingen moeten worden be-
schouwd
Tijdens de normale werking kan het volgende voorvallen:
a.
De compressor start niet voordat een bepaalde tijd (ongeveer drie minuten
na de vorige stop) is verstreken.
-
In de werkingslogica van het apparaat is een vertraging tussen de stop van
de compressor en een daaropvolgende inschakeling voorzien, zodat de
compressor tegen herhaaldelijke activeringen wordt beschermd.
b.
Bij apparaten met warmtepomp kan het zijn dat de warme lucht tijdens de verwarming
pas een aantal minuten na de inschakeling van de compressor afgegeven wordt.
-
Tijdens de eerste minuten werking zou immers te koude lucht de ruimte
ingeblazen kunnen worden (die de aanwezige mensen zou kunnen hinderen)
omdat het apparaat nog niet op vol vermogen werkt als de ventilator samen
met de compressor ingeschakeld wordt.
4.3.3 - LED-signaleringen paneel
Als de klimaatregelaar blokkeert, ge-
ven de leds een alarmsignaal, zoals
is beschreven in tabel "TAB1". Neem
contact op met een servicecentrum
van Olimpia.
H Servicetoets (RESET).
G Infraroodontvanger.
NL - 38
29