PROBLEEM
De koffie is weinig volumineus of
heeft weinig crème.
De koffie wordt te langzaam of drup-
pelsgewijs geleverd.
De koffie loopt niet uit één of beide
tuitjes van de koffieuitloop.
De afgegeven koffie is slap.
Het apparaat levert geen koffie
De zetgroep kan niet verwijderd
worden
Na het voltooien van de ontkal-
king vereist het apparaat een derde
spoeling
De melk stroomt niet uit het afgifte-
pijpje (E5)
MOGELIJKE OORZAAK
De koffie is te grof gemalen.
De koffie is niet geschikt.
De koffie is niet vers.
De koffie is te fijn gemalen.
De tuitjes van de koffieuitloop (A9) zijn
verstopt.
De trechter (A4) is verstopt.
Het apparaat detecteert dat zijn bin-
nenkant vuil is: het display toont "Rei-
niging bezig".
De uitschakeling van de machine is niet
correct uitgevoerd
Tijdens de twee spoelcycli is het reser-
voir (A17) niet tot aan het niveau MAX
gevuld
De deksel (E2) van het melkreservoir
(E3) is vuil
De deksel (E2) is niet correct
gemonteerd.
26
OPLOSSING
Draai de regelknop van de maalgraad (A5) één
klik naar links in de richting van het getal 1
terwijl de koffiemolen in werking is (afb. 12).
Draai de knop één klik per keer, tot de afgifte
naar wens verloopt. Het resultaat is pas zicht-
baar na het zetten van 2 kopjes koffie (zie par.
"7.5 Afstelling van de koffiemolen").
Gebruik koffie voor espressomachines.
De verpakking van de koffie is te lang gele-
den geopend en de koffie heeft zijn aroma
verloren.
Draai de regelknop van de maalgraad (A5) één
klik naar rechts in de richting van het getal 7
terwijl de koffiemolen in werking is (afb. 12).
Draai de knop één klik per keer, tot de afgifte
naar wens verloopt. Het resultaat is pas zicht-
baar na het zetten van 2 kopjes koffie (zie par.
"7.5 Afstelling van de koffiemolen").
Reinig de tuitjes met een tandenstoker (afb.
24B).
Maak de trechter leeg met behulp van de
kwast (D5) zoals beschreven in par. "12.8 Rei-
niging van de trechter voor het invoeren van
voorgemalen koffie".
Wacht tot het apparaat weer klaar is voor
gebruik en selecteer opnieuw de gewenste
drank. Als het probleem aanhoudt, neem dan
contact op met het erkende servicecentrum.
Schakel het apparaat uit met de toets
(zie hfdst. "5. Het apparaat uitschakelen").
Ga te werk zoals gevraagd wordt door het appa-
raat, maar ledig eerst het drupbakje (A15) om te
voorkomen dat het water overloopt.
Reinig het deksel van de melkkan zoals be-
schreven in par. "12.10 Reiniging van het
melkreservoir".
Monteer alle onderdelen op correcte
wijze, zoals aangegeven in par. "9.1 Het
melkreservoir vullen en bevestigen".
(A7)