Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
12 Onderhoud
Opmerking:
Onderhoud het product zorgvuldig. Controleer of bewe-
gende delen probleemloos functioneren en niet klemmen,
of onderdelen gebroken of beschadigd zijn, waardoor de
functie van het product wordt beïnvloed. Laat beschadig-
de onderdelen voor gebruik van het elektrische product
eerst repareren.
Opmerking:
Plaats het product op een vlak, recht oppervlak.
12.1
Kettingwiel (17) controleren (afb. 2)
1. Draai het kettingspanwiel (9) linksom om de ket-
tingspanning los te maken en verwijder de kettingwiel-
afdekking(10)
2. Verwijder het kettingzwaard (8) en de zaagketting (7).
3. Controleer de inloopmarkeringen op het kettingwiel
(17) met een testmeter (niet meegeleverd).
4. Als de inloopmarkeringen dieper zijn dan a=0,5 mm,
gebruik het product dan niet en raadpleeg een gespe-
cialiseerde dealer. Het kettingwiel (17) moet vervan-
gen worden.
12.2
Controleer het kettingzwaard (8)
(afb. 2)
1. Draai het kettingspanwiel (9) linksom om de ket-
tingspanning los te maken en verwijder de kettingwiel-
afdekking (10).
2. Verwijder het kettingzwaard (8) en de zaagketting (7).
3. Meet de groefdiepte van het kettingzwaard (8) met de
peilstok van een vijlmeter (niet meegeleverd).
4. Het kettingzwaard (8) moet vervangen worden als een
van de volgende punten van toepassing is:
– Het kettingzwaard is beschadigd.
– De gemeten groefdiepte is kleiner dan de minima-
le groefdiepte van het kettingzwaard (4 mm).
– De groef van het kettingzwaard is versmald of ge-
spreid.
12.3
Verwissel het kettingzwaard (8)
(afb. 2)
1. Draai het kettingspanwiel (9) linksom om de ket-
tingspanning los te maken en verwijder de kettingwiel-
afdekking (10).
2. Verwijder het kettingzwaard (8) en de zaagketting (7).
Om het kettingzwaard (8) te verwijderen, houdt u het
omhoog gezwenkt in een hoek van ongeveer 45 gra-
den om het gemakkelijker te maken de zaagketting (7)
uit de groef in het kettingzwaard (8) te verwijderen.
3. Vervang het kettingzwaard (8) en monteer het ketting-
zwaard (8) en de zaagketting (7) zoals onder Monteer/
verwijder het kettingzwaard (12) en de zaagketting
(11) (Afb. 2) beschreven.
92 | NL
12.4
Zaagketting (7) vervangen en
invoeren (afb. 2)
GEVAAR
Ernstig letsel mogelijk door scheuren of
springen van de zaagketting!
–
Monteer nooit een nieuwe zaagketting op een ver-
sleten kettingrondsel of op een beschadigd of ver-
sleten geleideblad. De zaagketting kan eraf sprin-
gen of breken.
• Gebruik alleen zaagkettingen en zaagbladen die voor
dit product ontworpen zijn.
• Voordat u de zaagketting verwisselt, moet u de groef
van het kettingzwaard reinigen, omdat de zaagketting
uit het zaagblad kan springen als er vuil aanwezig is.
De afzettingen kunnen ook de kettingzaagolie opzui-
gen. Het gevolg zou zijn dat de kettingzaagolie de on-
derkant van de rail niet of slechts in geringe mate be-
reikt en smering wordt verminderd.
1. Draai het kettingspanwiel (9) linksom om de ket-
tingspanning los te maken en verwijder de kettingwiel-
afdekking (10).
2. Verwijder het kettingzwaard (8) en de zaagketting (7).
3. Leg de zaagketting (7) in een lus zodat de snijkanten
rechtsom uitgelijnd zijn. Volg de symbolen (pijlen) op
de zaagketting (7) of boven de geleidepen (19) om de
zaagketting (7) uit te lijnen.
4. Steek de zaagketting (7) in de groef van het ketting-
zwaard (8).
5. Plaats het kettingzwaard (8) op de geleidebout (19) en
op de tapbout (18). De twee geleidebouten (19) en de
tapbout (18) moeten in het sleufgat op het ketting-
zwaard (8) geplaatst worden.
6. Leid de zaagketting (7) rond het kettingwiel (17) en
controleer de uitlijning van de zaagketting (7).
7. Plaats het kettingwielafdekking (10) terug.
Zorg ervoor dat de kettingwielafdekking (10) in de
groef op de behuizing zit.
8. Draai het kettingspanwiel (9) met de hand rechtsom.
9. Controleer de passing van de zaagketting (7) nog-
maals en span de zaagketting (7) zoals beschreven
onderZaagketting (7) spannen (afb. 1),
beschreven.
Opmerking:
Bij een nieuwe zaagketting neemt de spankracht na enige
tijd af. Daarom moet u de zaagketting na de eerste 5
zaagsneden, of uiterlijk na 10 minuten zagen, naspannen.
12.5
Zaagketting (7) slijpen
WAARSCHUWING
Verhoogd risico op ongelukken door een on-
juist geslepen zaagketting!
Afwijkingen van de afmetingen van de snijkantgeome-
trie tijdens het slijpen verhogen het risico op terugslag
van het product.
–
Laat de zaagketting door een vakman slijpen.
www.scheppach.com
}
Pagina 85
Publicidad
