• Controleer of de module waterpas staat met het tafeloppervlak van
het Workcentre door gebruik te maken van een rechte rand, zoals
weergegeven in Fig. V. Indien de module nog steeds niet waterpas
staat, herhaal dan de bovenstaande werkwijze.
Assemblage van de tafelzaagmodule
• Zie Figuren I – XXII in combinatie met de onderstaande informatie
om de tafelzaagmodule te assembleren.
Installatie splijtmes
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het splijtmes (13) correct op zijn
plaats is vastgezet alvorens het apparaat te gebruiken.
BELANGRIJK: Het gereedschap wordt geleverd met het zaagblad
(8) geïnstalleerd. Zorg ervoor dat het blad correct geïnstalleerd is en
dat alle bevestigingen goed zijn aangespannen alvorens de zaag te
gebruiken.
1. Wanneer het zaagblad (8) zich in de 0° positie bevindt, en na de
bladhoogtevergrendeling (3) losgemaakt te hebben, beweegt u het
blad maximaal omhoog door gebruik te maken van
de bladhoogteschroef (1).
2. Maak de keelplaatvergrendeling (20) los, en gebruik het
toegangsgat in de keelplaat (33) om de plaat op te tillen en te
verwijderen (Fig. VI).
3. Zorg ervoer dat de borghendel (37) van het splijtmes zich in de
onvergrendelde positie bevindt, en schuif vervolgens het splijtmes
(13) in de bevestigingsbeugel, waarbij de gaten op het splijtmes
dienen uitgelijnd te worden op de lokalisatiepennen (Fig. VII /1).
Opmerking: De hoogste instelling van het splijtmes is nodig voor
de installatie van de anti-terugslag- en bladbescherming. De laagste
instelling van het splijtmes is nodig voor een niet-doorgaande snede,
en is incompatibel met de anti-terugslag- en bladbescherming.
4. Verdraai de borghendel van het splijtmes om het splijtmes op zijn
plaats vast te zetten (Fig. VII/ 2-3).
Uitlijning splijtmes
Opmerking: Het splijtmes is vastgezet met een
splijtmesvergrendelhendel (37) op een instelbare beugel, waarbij
deze beweging een boogvormige beweging is die is uitgelijnd met het
zaagblad, en samen met het blad omlaag of omhoog wordt bewogen.
Bij het uitlijnen van splijtmes dient u ervoor te zorgen dat er een gelijke
afstand aanwezig is tussen de rand van het splijtmes en de tanden van
het blad, vanaf de bovenzijde van de boog tot aan de onderzijde ervan,
wat aanduidt dat het splijtmes correct is uitgelijnd ten opzichte van het
zaagblad.
1. Wanneer het zaagblad (8) zich in de 0° positie bevindt, en na de
bladhoogtevergrendeling (3) losgemaakt te hebben, beweegt u het
blad maximaal omhoog door gebruik te maken van
de bladhoogteschroef (1).
2. Maak de keelplaatvergrendeling (20) los, en gebruik het
toegangsgat in de keelplaat (33) om de plaat op te tillen en te
verwijderen (Fig. VI).
3. Zorg ervoor dat de vergrendelhendel van het splijtmes (37) zich in
de vrijgemaakte positie bevindt.
4. Los de uitlijnschroeven (74) van het splijtmes met een
zeskantsleutel.
NL
EN
5. Plaats twee rechte randen, bijvoorbeeld een liniaal, tegen de
zijkanten van het zaagblad (8) en het splijtmes (13), om ervoor te
zorgen dat ze uitgelijnd zijn.
6. Verwijder de rechte randen, en span de uitlijnschroeven van het
splijtmes aan.
42
42
7. Controleer dat het splijtmes is uitgelijnd met het zaagblad door het
blad zoveel mogelijk omlaag te brengen en vervolgens maximaal
omhoog, waarbij men dient te controleren dat er geen contact
plaatsvindt tussen het blad en het splijtmes.
Opmerking: Het blad en het splijtmes mogen geen contact maken;
dient steeds een gelijke afstanden aanwezig te zijn tussen het mes en
de tanden van het blad over de volledige lengte van de boog.
8. Indien het splijtmes niet is uitgelijnd, herhaal dan de bovenstaande
stappen tot dat wel het geval is.
9. De keelplaat vervangen
Waterpas maken van de keelplaat
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de keelplaat (29) geïnstalleerd
en correct waterpas geplaatst is voorafgaand aan het gebruik.
1. Stel de keelplaat waterpas met behulp van de
keelplaatwaterpasschroeven (38) waartoe toegang kan verkregen
worden door de keelplaatwaterpasschroefgaten (31).
2. Controleer of de keelplaat waterpas staat ten opzichte van het
tafeloppervlak (34) van de module door gebruik te maken van een
rechte rand.
3. Indien de keelplaat nog steeds niet waterpas staat, herhaal dan de
bovenstaande werkwijze.
Aanpassen van het blad
• Om de afschuinhoek van het zaagblad (8) aan te passen:
1. Los de borghendel voor de afschuinhoek (4).
2. Verdraai de instelling (2) van de afschuinhoek om de hoek van het
zaagblad te wijzigen.
3. Gebruik de afschuinhoekschaal (6) om de hoek van het blad af te
lezen.
4. Zet de borghendel voor de afschuinhoek vast.
• Om de hoogte van het zaagblad in te stellen:
1. Los de bladhoogtevergrendeling (3).
2. Om het zaagblad omhoog te bewegen, draait u de
bladhoogteschroef (1) in wijzerzin.
3. Om het zaagblad omlaag te bewegen, draait u de bladhoogteschroef
(1) in tegenwijzerzin.
4. Zet de bladhoogtevergrendeling vast.
Bladkalibratie
WAARSCHUWING: Gebruik enkel bladen met een diameter en met
een boringdiameter die overeenstemmen met de markeringen op de
zaag. Zie Specificaties.Opmerking: Er wordt verwezen naar Fig. VIII voor
het kalibreren van het blad (8).
1. Plaats het zaagblad in de hoogste stand door de
bladhoogtevergrendeling (3) los te maken, en door gebruik te
maken van de bladhoogteschroef (1).
2. Zet de bladhoogtevergrendeling vast.
3. Los de borghendel (4) voor de afschuinhoek en gebruik de
afschuinhoekinstelling (2) om de stand van het zaagblad (8) aan te
passen zodat het loodrecht staat ten opzichte van het tafeloppervlak
(34) van de module.
4. Plaats een winkelhaak (niet meegeleverd) vlak tegen het
tafeloppervlak van de module en tegen het blad.
5. Los de 0° stelschroef (76).
6. Los de schroef die is terug te vinden op de rode aanduiding op de
schaal (6) voor de afschuinhoek (Fig. VIII).
7. Pas de hoek van het zaagblad op een zodanige wijze aan dat het
blad parallel is aan de geplaatste winkelhaak, waarbij de stelschroef
kan gebruikt worden indien nodig.