Snapper RTX102 Manual Do Utilizador página 264

► Schroef de achterste buis in de grasopvangbak. Voor een grasopvangbak met een capaciteit van 320 l gebruikt u de
gaten dichter bij de voorste buis; voor de grasopvangbak met een capaciteit van 380 l gebruikt u de gaten verder
3.6.2e
weg van de voorste buis.
► Kantel de grasopvangbak 90° en schroef vanaf de onderkant de onderste beugels vast. Bevestig één kant van de
beugels aan de voorste buis en de andere kant aan de achterste buis. Voor de 320 l grasopvangbak gebruikt u twee
3.6.2f
beugels, voor de 380 l grasopvangbak drie beugels.
► Trek de rubberen randen van de zak over de voorste buis.
3.6.2g
► Zet de bovenste handgreep er van bovenaf op en schroef deze op het deksel vast met twee bouten en onderlegringen
die vanaf de onderkant in de groeven van de dekselbeugels gestoken worden.
3.6.2h
► Steek de hendel voor het leegmaken in het gat in het deksel van de grasopvangbak.
► Schroef van buitenaf een bout in de gaten in het onderste uiteinde van de hendel.
3.6.2i
► Schroef de scharnieren van de grasopvangbak (1) op de achterplaat. Gebruik daarvoor de installatiemarkeringen op
de plaat die de juiste positie van de trekhaken aangeven.
3.6.2j
► Schroef de onderste trekhaak (2) alleen vast als u een aanhangwagen gaat gebruiken (optionele uitrusting).
AFSTELLING VAN DE POSITIE VAN DE GRASOPVANGBAK NA DE INSTALLATIE
► Hang de grasopvangbak aan de haakjes (1) aan de achterplaat van de maaier.
► Controleer of de grasopvangbak en spatborden goed op elkaar aansluiten. De pijlen die op het deksel van de
grasopvangbak en de beplating van de maaier gestempeld zijn, moeten naar elkaar wijzen, terwijl de afstand tussen
3.6.2k
de grasopvangbak en de grasopvangplaat niet groter mag zijn dan 3 mm.
► Als de grasopvangbak niet uitgelijnd is, betekent dit dat de haken (1) niet in de juiste stand staan.
► Verwijder de grasopvangbak en stel de positie van de haken af ten opzichte van de richting waarin deze niet
uitgelijnd was met de maaier:
- draai de bouten (A) iets los om de haken op en neer te bewegen
- draai de bouten (B) iets los om de haken naar voren en achteren te verplaatsen
3.6.2l
► Na het afstellen van de positie draait u de bouten vast en hangt u de grasopvangbak weer op en controleert u of
deze in de juiste positie staat.
► Controleer ook de stand van de contactveer van de sensor voor een volle grasopvangbak (10) - de veer moet de
schakelaar (C) raken, anders werkt het maaidek niet.
3.7 CONTROLES VOORAFGAAND AAN HET OPSTARTEN
3.7.1 HET OLIEPEIL CONTROLEREN
► Parkeer de tractormaaier op een horizontaal oppervlak.
► Open de motorkap en lokaliseer de oliepeilstok. Afhankelijk van het type motor zit de oliepeilstok links of rechts. Kijk
bij twijfel in de meegeleverde handleiding van de motorfabrikant.
► Schroef de oliepeilstok eruit, veeg de stok met een droge doek schoon, steek hem er weer in en schroef hem er
3.7.1
weer in. Schroef hem er dan weer uit en lees het oliepeil af. Het oliepeil moet tussen de twee markeringen op de
peilstok staan. Zo niet, voeg dan motorolie toe totdat de markering 'FULL' wordt bereikt.
Een meer gedetailleerde beschrijving van het type olie staat in de gebruikershandleiding van de motorfabrikant.
3.7.2 DE ACCU CONTROLEREN
Controleer het laadniveau van de accu volgens de instructies in de gebruikershandleiding van de accu. Houd u aan alle instructies
van de fabrikant, vooral bij het controleren en laden van de accu.
3.7.3 DE BRANDSTOFTANK VULLEN MET BRANDSTOF
De brandstoftank bevindt zich onder het linker spatbord. De inhoud ervan staat in de technische specificaties. Het type brandstof
wordt vermeld in de aparte gebruikershandleiding van motor
264